‘Misschien schaamde ik me na afloop wel zo erg dat ik er zelfs niet over na wilde denken.’

 

 

‘Ik las recent meerdere stukjes over de misstanden bij de ontgroeningen in Amsterdam op Franska.nl. In alle gevallen nogal afkeurend. Begrijpelijk, vind ik nu ook. Al dacht ik er in die tijd, toen ik zelf bij het corps ging, en later, toen ik in de ontgroeningscommissie terechtkwam, heel anders over. Dat ontgroenen was nu eenmaal afzien. Ik herinner me dat ik huilend op de wc heb gezeten toen ik erdoorheen zat tijdens die groenweken. En dat ik op het punt stond om het bijltje erbij neer te gooien en achteraf diep dankbaar was dat een dispuutsgenootje net zolang op me inpraatte tot ik mezelf toch weer bij elkaar kon rapen. Of dat die band voor het leven schepte? In dit geval wel inderdaad. In ieder geval tot nu toe.

 

Hoe het zover kwam dat ik aspirantleden een paar jaar later zo mogelijk nog harder aanpakte dan mijzelf was overkomen? Ik weet het niet. Toen ik in de ontgroeningscommissie kwam zaten we avonden te zuipen en intussen te brainstormen over hoe we de feuten zouden aanpakken. Dat ging er best wel ruig aan toe. Net zoals de ontgroening zelf. Ik was degene die had ingebracht dat er niet geplast mocht worden tijdens activiteiten. Want huilpartijen op de plee, zoals ik zelf had meegemaakt, die moesten we zien te voorkomen. Om de moraal hoog te houden moest elke escape onmogelijk gemaakt worden.

 

Een van de nieuwe meisjes had het zich gepermitteerd om te vragen of ze alsjeblieft wél naar de wc mocht. Dat moest afgestraft worden. Dus zou ze ‘s nachts ook niet mogen. Halverwege die nacht werden we gewekt door haar gegil. Door haar plas te lang in te houden – begrepen we achteraf – is ze uiteindelijk op de eerste hulp beland. Achteraf bleek dat dit meisje al eerder problemen met haar nieren had gehad en dat deze actie best wel gevaarlijk was geweest.

 

Ze deed geen aangifte, nee. Praatte er zelfs met niemand over. Pas een paar jaar later, toen ik haar een keer tegen het lijf liep in de bar, kwam ze naar me toe. ‘Jij moet je schamen voor wat je me toen aandeed,’ zei ze. ‘Niet alleen voor de ellende die je ermee veroorzaakte en het trauma dat ik daaraan overhield, maar vooral ook omdat je helemaal nooit het fatsoen hebt opgebracht om je excuses te maken. Je zat gewoon vreselijk fout toen. Om je de ogen voor uit je kop te schamen.’

 

Zelfs op dat moment kon ik het niet over mijn lippen krijgen om te zeggen dat ik me wel degelijk geschaamd had. Misschien wel zo erg dat ik over die hele actie lange tijd niet heb na willen denken. Laat staan om het erover te hebben.’

 

Daniëlle’s naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.