Claudia’s dochter mocht de trouwjurk van haar vaders vriendin mee gaan uitzoeken

tranentrekker

 

‘Ik schrok van mijn eigen reactie daarop. Maar mijn dochter nog veel meer van mij.’

 

 

 

‘‘Ik ga bij je weg.’ Dat is wat hij zei en voordat ik überhaupt kon beseffen dat dit realiteit was, was hij ook écht weg. Ik had het niet zien aankomen, dacht dat het oké was tussen ons en dat we gewoon, zoals ik altijd voor ogen had gehad, samen oud zouden worden. Ik vroeg of er een ander was. Ik vroeg het misschien wel drie keer, of wie weet vaker, maar het antwoord was steeds een resoluut ‘nee’. Toen hij ging – hij ging dus echt – belde ik mijn moeder. ‘Mamma, je moet komen!’ Mamma kwam en ze bleef totdat ik weer enigszins op de been was. Onze dochter, mijn dochter, werd opeens gepest op school. Dat was nooit eerder voorgekomen dus er was echt wel iets aan de hand. Ik weet het niet meer precies, hoe het was in die dagen. Het is een dichte mist die nooit helemaal is opgetrokken.

 

Misschien omdat die mist moet bedekken wat te erg was om te moeten voelen, te moeten zien.

 

En toch kwam ik erbovenop. Een goed jaar later was de scheiding geëffectueerd, de boedel verdeeld, het huis verkocht en een ander huis aangekocht. De muren fris geschilderd, de kussens opgeschud, de vloer geveegd. Mijn dochter zou bij mij zijn.

 

Behalve als haar vader anders besliste en ze in zijn schema zou passen, zou ze bij mij zijn en dat is wat ik diep in mijn hart het liefste wilde. Moeder en dochter zo lang het ons gegeven zou zijn.

 

Tegen de tijd dat ik dacht dat niets me meer kon deren en niemand me meer eronder kon krijgen, kwam de mededeling: ‘pappa’ zou gaan samenwonen met ‘haar’ en via via hoorde ik dat zij inderdaad al sinds het prille begin in the picture was – om niet te zeggen dat ze de druppel was geweest die de emmer had doen overlopen en hem de benen had doen nemen. Ik vroeg me af waarom ik niet boos werd, geen verontwaardiging voelde, niet meer wanhopig was. En ik zei tegen mezelf dat dat kwam omdat ik er echt overheen was, het verlies echt had verwerkt, het bedrog een plekje had gegeven.

 

En toen kwam het, alsnog: ‘Pappa gaat met haar trouwen en ik mag haar trouwjurk mee gaan uitzoeken.’ Dat vond ze ‘cool’ en in iedere ander perspectief zou ik dat voor een meisje van dertien de normaalste zaak van de wereld hebben gevonden. Maar nu vond ik het diefstal. Dat ze er met mijn man vandoor was gegaan, dat kon nog. Maar mijn kind, mijn vlees en bloed, daar moest ze niet aankomen, daar moest ze van afblijven.

 

Ik viel uit tegen mijn dochter op een manier die ik niet eens van mezelf kende. Ik gilde dat ze het niet in haar hoofd moest halen om met ‘haar’ aan te pappen. Dat ‘die vrouw’ pappa van ons had afgepakt en dat ze nu blijkbaar probeerde om mijn kind ook nog van me af te pakken.

 

Ik schrok van mezelf. Mijn dochter nog veel meer van mij. Ik heb daarna wel twintig keer mijn excuses gemaakt en proberen uit te leggen waar mijn uitbarsting vandaan kwam. Ze zegt dat ze het begrijpt, dat het niet erg is, maar ik ben bang dat sommige dingen onomkeerbaar zijn en dat mijn uitbarsting daar exemplarisch voor is.’

 

Claudia’s naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.