‘We hadden altijd een supergoede verstandhouding, mijn dochter en ik. Als er al eens woorden waren, losten we dat op. Maar meestal viel er niets op te lossen omdat wij moeiteloos waren met z’n tweeën en onze band vanzelfsprekend was. Haar nieuwe vriend paste me als een warme jas. Ik was oprecht blij met hem en hij met mij – zo vertrouwde hij me een keer toe. Dat er ooit een kink in de kabel zou komen, was misschien wel het allerlaatste waar ik ooit bang voor was. En toch gebeurde dat.
Het begon allemaal met een idioot akkefietje over hun hondje dat geregeld bij me kwam logeren. Ze hadden me opgedragen het beestje niet te veel te eten te geven en onder geen enkele voorwaarde op mijn bed te laten slapen. Maar het beest zag eruit als een mager scharminkel en leek uitgehongerd. ‘Ze kunnen de pot op,’ dacht ik bij mezelf toen hij de eerste keer kwam. Ik kocht wat kip om voor hem te koken. Die verslond hij met een tempo om bijna naar van te worden. Smekend keek hij me daarna aan of ik nog iets te eten had. Ik gaf hem wat van mijn vleeswaren en een stukje kaas en was meteen zijn beste vriend.
Totdat ik naar bed ging en hem in zijn mandje alleen beneden liet. Hij jankte en piepte de halve straat bij elkaar, zo doodongelukkig was hij in zijn eentje in dit voor hem vreemde huis. Twee keer ging ik naar beneden om hem te troosten. Toen dat niet hielp, dacht ik weer ‘ze kunnen de pot op’ en nam ik hem mee naar boven, waar hij zich in- en in tevreden in mijn knieholten nestelde, diep ademhaalde en naar dromenland vertrok.
Toen hij werd opgehaald, vroeg mijn dochter hoe het was gegaan. Ik zei goed, zei wel dat hij hele erge honger had gehad en dat ik hem wat extra had gegeven, maar hield het andere verhaal voor me toen ik zag hoe fel er op me werd gereageerd. Dat bijvoeren was onnodig, zo zei ze. ‘Hij is niet te mager. Hij is precies goed en op een te dikke hond zit niemand te wachten.’
Alle volgende logeerpartijen – en die waren er geregeld – hield ik wijselijk mijn mond over wat ik hem extra voerde en over waar hij sliep had ik het helemaal niet. Totdat ze hem die keer kwamen halen en hij niet met hen mee naar huis wilde gaan, maar naar boven naar mijn slaapkamer vluchtte, waar hij zich oprolde op het voeteneinde waar hij altijd sliep. Mijn dochter kreeg argwaan. ‘Hoezo gaat hij naar jouw slaapkamer? Je wilt me toch hopelijk niet vertellen dat je het goed hebt gevonden dat hij daar slaapt?’ Ik zei dat ik dat inderdaad niet had willen vertellen, maar dat dat wel het geval was omdat hij de halve buurt bij elkaar jankte en mij uit mijn slaap hield.
Woedend viel ze tegen me uit dat ze het onacceptabel vond dat ik notabene tegen haar gelogen had. ‘Je hebt me keihard voorgelogen. Ik voel me door je besodemieterd en ik pik dit niet van je, mam!’ Ik was totaal van streek toen ze weggingen en kon er letterlijk niet van slapen. De volgende dag belde ik haar. Ik kreeg ijskoud te horen dat ze tijd nodig had en dat ik haar even met rust moest laten. Dat hield ik twee weken vol. Toen probeerde ik het weer. Het gesprek verliep ontzettend stroef en toen ik vroeg of we elkaar konden zien, werd de boot weer afgehouden. Mijn dochter bleef erover doorgaan dat ze het niet kon verkroppen dat ik gelogen had en hoezeer ik ook probeerde om mijn kant van het verhaal uit te leggen, het hielp niet. En dat hun hondje niet meer aan me werd toevertrouwd, dat begreep ik hopelijk zelf ook wel. Daarvoor hadden ze nu een andere oplossing gevonden.
Het is bijna niet voor te stellen dat een aanleiding die zo onnozel is, zo verwoestend is gebleken voor een relatie die in mijn optiek niet stuk kon. We zijn notabene ruim een jaar verder nu en nog steeds is mijn dochter terughoudend. We zien elkaar wel weer, maar zoals het was, is het niet meer geworden. Ik dacht dat ze me kende en ik haar. Dat we er altijd en onvoorwaardelijk voor elkaar zouden zijn, begrip voor elkaar konden opbrengen en dat er niets tussen ons in kon komen te staan.
Ik herken mijn dochter amper terug. Alsof ze onder invloed van haar vriend – waar ik notabene wel oprecht een klik mee voelde – een ander persoon is geworden. Maar dat laatste durf ik al helemaal niet aan te kaarten. Ik ben zo bang om haar helemaal te verliezen dat ik niet anders doe dan op mijn tenen lopen en me schikken. Maar goed voelt dat natuurlijk allesbehalve.’
Claudia’s’ naam is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
Er is veel over te vertellen, over moeders en dochters. Daarom hebben we er een reeks van gemaakt waarin elke week andere moeders en/of dochters aan het woord komen. Allemaal met relaties waar we ons aan kunnen spiegelen, in kunnen verdiepen, over kunnen verbazen, van kunnen genieten en van kunnen leren.
Heb jij een moeder/dochter verhaal dat je wilt delen? Dat kan ook anoniem. Als je mailt naar info@franska.nl onder vermelding van ‘moeders en dochters’ nemen wij contact met je op.