Chronisch verliefd

esther goedegebuure

 

Afgelopen week interviewde ik Dieuwertje Blok. Ze heeft een boek geschreven over haar moeder die als Joods tienermeisje tijdens de oorlog een dagboek bijhield.

 

 

 

Haar moeder dook samen met haar ouders tweeënhalf jaar onder en ontkwam op deze manier als een van de weinigen van haar familie aan de Holocaust.

 

Anders dan je misschien zou verwachten op basis van het thema maar zeer passend bij de titel – Dragelijke Lichtheid – geeft het boek een beeld van een levenslustig en uitzonderlijk vrolijk meisje. Haar dagboek vult zich vooral met vermakelijke beschrijvingen van de eindeloze reeks jongens op wie zij om de andere minuut verliefd was.

 

Dieuwertje kon met smaak en humor vertellen over deze chronische verliefdheid van haar moeder en biechtte op dat ze er zelf ook eentje was die om de haverklap haar hart aan een ander verloor.

 

Ik nam me al tijdens het interview voor om mijn eigen dagboeken onmiddellijk bij thuiskomst te verbranden.

 

Schriften schreef ik als puber vol, met geklaag over school en de confrontaties met mijn ouders maar toch voornamelijk met hartenkreten over de oneindige reeks jongens op wie ik iedere keer weer even hevig verliefd werd. Deze tenenkrommende epistels had ik al die jaren bewaard om terug te lezen als mijn kinderen zelf eenmaal in de puberteit waren. Als een soort studiemateriaal, dacht ik dat ze me zouden helpen in een empathische benadering als er met hen gedoe zou ontstaan. Maar nadat ik een keer met een half oog iets had proberen te lezen, smeet ik de schriften misselijk van het ongemak weer terug in de doos waar ze hadden liggen te verstoffen. Ik moest er even niet aan denken dat deze gênante emotionele erupties ooit lachwekkend bronnenmateriaal zouden worden voor mijn nageslacht.

 

Mijn hart bleef, ook na de dagboekenperiode, overigens nog lang licht ontvlambaar. Met steeds dezelfde overgave stortte ik me tot mijn dertigste in de ene na de andere verkering die in levensduur varieerde van enkele maanden tot twee jaar. Het patroon was vrijwel steeds hetzelfde. Mannen met een complex gevoelsleven oefenden een magnetische werking op me uit. Als huis-tuin-en-keukenpsycholoog vond ik het waarschijnlijk een uitdaging een beetje te sleutelen aan zo’n project. Hoewel mijn matige successen me tot ander inzicht hadden moeten leiden, was ik redelijk hardleers.

 

Tot vandaag 22 jaar geleden. Toen ontmoette ik een doodnormale man met een gezond psychisch huishouden die de volgende ochtend op de stoep stond met een bos lelies.

 

Natuurlijk was ik weer meteen verliefd maar nieuw was dat hij degene bleek die drie weken later vroeg of ik kinderen met hem wilde. We kregen er drie en vanavond vieren we onze 21e huwelijksdag.

 

Dieuwertje vertelde dat ze nooit had geweten van dat onstuimige hart van haar moeder.

 

Het solide en gelukkige huwelijk van haar ouders had haar doen denken dat er maar één man was geweest in het leven van haar moeder. Een van de liefste dingen die ik kan horen, is dat mijn kinderen zo blij zijn met ons stevige huwelijk. Maar de hobbelige weg ernaartoe heb ik ze ook vaak eerlijk beschreven.

 

Als waardevolle levensles: het kan even duren, maar wanhoop niet, je hebt er tenslotte maar eentje nodig.

 

 

 

Door: Esther Goedegebuure