Call it magic

 

Het eerste beetje sexy evenement waar ik na de geboorte van mijn zoon naartoe ging, was het concert van Coldplay, in wat toen de Heineken Music Hall heette, tegenwoordig AFAS Live.

 

 

 

Het was juli 2002 en dit enige optreden dat het Britse gitaarbandje toen in Nederland gaf, was ter promotie van hun tweede album A rush of blood to the head. We stonden vooraan, mijn broer en ik, het was niet dringen geblazen en er was niets hysterisch aan. Wel was het knettergoed. Ik was groot fan van de nasale melancholische stem van Chris Martin, van de pianorock en de onbegrijpelijke songteksten en bleef dat. Ook de drie albums die volgden kocht ik allemaal, op cd. Wat daarna kwam was minder mijn kopje thee.

 

De samenwerkingen met die Koreaanse boyband en tegenwoordig zelfs een zingende muppet heb ik ze vergeven, maar ze staan niet op mijn playlist. Ook niet op die van mijn drie kinderen, die net als ik behoorlijk in de bonen zijn van hun eerste werk. Het is ze met de paplepel ingegeven, al in de box stonden ze te springen op het opzwepende ritme van Clocks. Coldplay hoort bij ons gezin als onze jaarlijkse vakantie in Andalusië.

 

Tot vervelens toe heb ik ze verteld over dat ene concert, toen in dat verre verleden. Steeds afsluitend met de belofte dat we samen zouden gaan als de band ooit weer eens naar Nederland zou komen. Onze jongste had het vorig jaar, vijftien jaar oud, niet afgewacht. Samen met haar nichtje had ze zelf de trein naar Berlijn genomen om ze daar in het Olympiastadion te zien; het was haar ‘beste concert ever,’ appte ze ons jaloersmakend.

 

Afgelopen zondag werd de belofte dan toch eindelijk verzilverd. Met z’n vijven stonden we tussen die ruim 55.000 andere fans in een kolkende en gonzende Arena. We waren een van de vele gezinnen, overal zag je trotse ouders die rond de eeuwwisseling verliefd waren geworden op die gitaarpop waar ze ook hun kinderen mee hadden weten te besmetten.

 

Ik zag dat die ouders kippenvel hadden om dezelfde redenen als ik. Want hoe magisch was het dat we nu stonden te zingen en te springen en ondertussen een biertje stonden te drinken met onze grote zonen en dochter, die zich – vreselijk lief – niet schaamden voor hun boomer-ouders? Ze sloegen geregeld de armen om ons heen, gaven zich zelfs gewillig over aan de doorgaans zo verfoeide selfies en herhaalden keer op keer hoe fantastisch ze dit vonden. De kleinste pinkte zelfs een traantje weg. Ze waren overduidelijk net zo betoverd als ik meer dan twee decennia daarvoor. Money well spent zei ik in het oor van mijn lief, die zo goed was nog even een paar biertjes te halen. Op de terugweg naar huis fietsten we langs de snackbar voor een grote zak friet, als gepast besluit van een onvergetelijke avond.

 

Sinds zondag neurie ik Magic. Een Coldplay-kraker met een uitzonderlijk simpele songtekst. Maar wel een heel toepasselijke voor deze dierbare herinnering. Call it magic, call it true, I call it magic when I’m with you.

Door: Esther Goedegebuure