Nee oen! We hebben het over fatsoen!

 

Terwijl ik wortel sta te schieten voor zijn toonbank en eens overdreven hard zucht en kuch – wie weet valt het kwartje! – vertrekt de verkoper geen spier.

 

Op zoek naar een cadeautje voor een vriend beland ik in een winkel met serviesgoed en aanverwanten. Ik snuffel er wat rond en stuit op een schaal die me wel geinig lijkt en waar ik de prijs van wil weten. Verkoper zal ‘m even voor me gaan opzoeken en dat moet in de computer die op de toonbank staat – naast de telefoon. Die telefoon gaat over voordat ik antwoord op mijn vraag heb.

 

De klant aan de telefoon wil blijkbaar ook een prijs weten. Nee, niet één prijs. De klant aan de telefoon wil meer prijzen weten en heeft nog wel wat meer noten op haar zang, want er komt geen einde aan het gesprek. Terwijl ik wortel sta te schieten voor zijn toonbank en eens overdreven hard zucht en kuch – wie weet valt het kwartje! – vertrekt verkoper geen spier. Het is verbijsterend om te zien hoe hij zich totaal heeft afgesloten en me zelfs geen blik meer waardig keurt.

 

Zal ik weglopen? Zou ik moeten doen. En vervolgens blijf ik staan omdat ik voel dat ik het hierbij niet zal laten zitten. Het duurt en duurt en dan eindelijk hangt hij op, krabbelt eerst nog wat op een papiertje en kijkt dan wat vermoeid naar me op. Ik bijt hem toe dat ik dit geen manier van doen vind, want terwijl hij met mij in gesprek was geeft hij een klant die belt voorrang en laat mij staan wachten. Waarop hij, nogal gepikeerd, zegt: ‘Ja moet je nou eens heel goed luisteren. Ik kan niet multitasken natuurlijk, want ik sta maar alleen!’

 

 

Nee oen! We hebben het hier ook niet over multitasking. We hebben het over fatsoen. We hebben het erover dat je aan je klant aan de telefoon had kunnen vragen of je die terug kon bellen. Dan had ik nu mijn prijs al lang en breed geweten. Wie weet had ik inmiddels al afgerekend. En dat laatste… dat ga ik natuurlijk niet meer doen.

Want als hij aan me vraagt ‘of ik die prijs nou nog wil weten of niet’ zeg ik dat hij die in zijn haar kan smeren.

 

Op weg naar buiten hoor ik ‘m nog blazen dat ik heus niet zo gepikeerd hoef te doen.

 

 

Door: Brigitte Bormans

 

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.