De mokkende man

 

Dit schijnheilig stuk ongeluk weet dondersgoed wat hij haar aandoet.

 

 

 

‘Wil je koffie?’

 

Geen antwoord.

 

‘Dan niet!’ Ze praat best wel hard.

 

Hij vertrekt geen spier. Zit tegenover haar aan het tafeltje te doen alsof hij het menu van de dag op het schoolbord aan de wand aandachtig bestudeert. Met zijn rechterwijsvinger draait hij een pluk haar tot een lok. Onafgebroken zit hij maar te draaien. Hij knijpt zijn ogen een klein beetje samen en kijkt nog eens extra aandachtig naar het menu op het bord. Zogenaamd.

 

‘Klootzak!’

 

Ik wil niet kijken, maar ik kijk toch. Ik kan het niet helpen.

 

‘Hoe lang ga je het dit keer volhouden, dat mokken, zwijgen, negeren? Ik kan je zeggen dat ik er klaar mee ben.’

 

Ze staat zo abrupt op dat haar stoel omvalt. Nu iedereen kijkt, valt het niet meer op dat ik ook kijk. Nog steeds geeft de mokkende man geen krimp. Zelfs geen enkel teken, hoe subtiel dan ook, van de geringste gêne.

 

Intens gemeen vind ik dat: iemand doodzwijgen, doen alsof iemand lucht is, niet bestaat. Niet eens het fatsoen hebben om ‘niks’ te antwoorden als je vraagt ‘wat is er?’ De Britten noemen het ‘the silent treatment’. Het is je reinste geestelijke mishandeling en niemand verdraagt het als we de psychologische onderzoeken en experimenten mogen geloven. Vroeger op de meisjesschool waar ik zat gebeurde het regelmatig. Het bijdehandje uit de klas sprak dagenlang niet tegen je als je ruzie met haar had. Ze hitste andere kinderen op om met haar mee te doen. En als jij het was, die niet meer bij de groep hoorde, verstoten werd, dan ging je kapot. En dat bedoel ik letterlijk!

 

Ik kijk naar mokkende man naast me. Hij slurpt aan zijn koffie en doet alsof er niets aan de hand is. Dit schijnheilig stuk ongeluk weet dondersgoed wat hij zijn vrouw of vriendin aandoet. Ik kijk nog eens naar hem, naar de gemene man. Hij doet alsof hij me niet ziet. Daar is hij heel erg goed in, zie ik wel. Het lijdt geen enkele twijfel dat hij dit vaker doet.

 

Ik denk aan zijn vrouw of vriendin. Ik hoop van harte dat ze dit secreet vandaag nog verlaat. En dan bedoel ik dus echt voorgoed!

 

 

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.