Alles wat je moet weten voor je op vakantie gaat naar Oman
Afgelopen januari was ik er voor de derde keer, zo leuk vind ik het er.
Mijn allereerste keer was in 2018 en wist ik niet wat ik kon verwachten. Hoe groot het was? Geen idee. Hoeveel mensen er woonden? Geen idéé. Wat je er allemaal kon doen? Geen. Idee. Ik ging er volledig blanco heen, maar ik werd een beetje verliefd en ben dat nog steeds. Sindsdien raad ik het aan iedereen die het wil horen aan; Oman is waar je naartoe wil. Als je van de natuur houdt. Als je van gastvrijheid houdt. Als je cultuur wilt snuiven. Als je van luxe houdt. Als je van kamperen houdt. Dit land is zó veelzijdig dat ik me oprecht niet kan voorstellen dat iemand het een tegenvaller zou vinden.
Als je een vakantie naar Oman aan het plannen bent zijn er natuurlijk een paar dingen die je absoluut niet mag overslaan en die zet ik met alle liefde op een rijtje.
1. Muscat
Is de hoofdstad van Oman en is verrassend uitgestrekt. Het bestaat uit de stadsdelen Muttrah, Ruwi, Qurum en Seeb. Mocht je maar een dagje in Muscat zijn, dan is die eerstgenoemde waar je het meeste zal zijn; hier vind je de haven (met gigantische schepen die van de sultan zijn), Muttrah Souq (een overdekte markt met honderden kraampjes waar je zo twee uur verder bent) en het Al-Alam paleis (waar de sultan woont).
Ook vind je de prachtige Sultan Qaboos Moskee en het Royal Opera House in de Omaanse hoofdstad. Let overigens goed op de openingstijden van de moskee; elke dag is het van acht tot elf uur ’s ochtends te bezoeken.
2. Bezoek een wadi
Een wadi is een oase in de woestijn, gevuld met helder water, middenin de rotsen. Klinkt mooi, hè? Goed nieuws: Oman zit er vól mee. Zelf ben ik twee keer naar Wadi Shab geweest, wat ik echt prachtig vond. Houd wel rekening met een wandeling van veertig minuten heen en terug en doe vooral waterschoenen aan; als je in het water staat kan het behoorlijk glad zijn. Mocht je bij deze wadi zijn, zwem dan helemaal rechtdoor en door de hele kleine opening heen, dan vind je een waterval in een grot. Heel bijzonder. Andere aanraders qua wadi’s zijn Wadi Bani Khalid (een minder heftige wandeling ernaartoe, dus die is wat toegankelijker) en Wadi Tiwi (wat minder druk bezocht).
3. De woestijn
De woestijn in Oman heet de Wahiba Sands en het was voor het eerst ooit dat ik een woestijn met eigen ogen zag. De rit erheen is al leuk (zorg ervoor dat je 4×4 hebt of, zoals wij deden, ga met een georganiseerde tour zodat je gidsen rijden); overal zie je kamelen in het zand en het is er zo onvoorstelbaar uitgestrekt. Je kan er een dagtour van maken, maar het allerleukste is om een nachtje in de woestijn te blijven slapen. Ik deed dat via de Canvas Club en dat was zó goed geregeld. Ook als je een luxepoes bent trouwens, want deze tenten hier waren echt gigantisch en superschoon. Je hoeft ze zelf overigens ook niet op te zetten en zelfs het eten wordt voor je gemaakt. Ondertussen geniet je van de zonsondergang, een waterpijp, het méga lekkere eten en kun je op een heldere nacht alle sterren en de maan bekijken via hun telescoop. Bijkomend pluspunt: je deelt het tentenkamp nooit met andere mensen.
4. De bergen
Oman is een land met zoveel verschillende gezichten. Van uitgestrekte zandvlaktes tot bergachtige uitzichtpunten; je weet oprecht niet wat je meemaakt. Ik sliep in het Anantara Al Jabal Al Akhdar, wat in het Jebel Akhdar-gebergte ligt. Een prachtig resort met infinity pools en meerdere restaurants. Zelfs prins Charles en Diana sloegen deze plek niet over, en als je er bent snap je meteen waarom. Het uitzicht vanaf het hele resort (dus ook vanaf je kamer) gaat nooit vervelen; je kijkt over de hele vallei. Er zijn overigens meerdere activiteiten zoals hikes (zoals de Balcony Walk — alleen oppassen met hoogtevrees) die je kan doen, voor beginners maar ook voor gevorderden; allemaal te boeken bij het hotel. Ik sliep er helaas maar één nachtje, maar de volgende keer ga ik zeker langer blijven.
5. Nizwa
Dit is de voormalige hoofdstad van Oman en nog steeds een trekpleister voor toeristen. Daar zijn meerdere redenen voor zoals de geitenmarkt op vrijdag (zorg ervoor dat je er rond zes uur bent, want ze beginnen vroeg) en het Nizwa Fort. Mocht je van fotografie houden of een perfecte Insta-post willen schieten: dit is de plek (al is heel Oman behoorlijk fotogeniek). Ik sliep in een redelijk nieuw hotel in de oude stad zelf, maar ook als dagtour is dit goed te doen.
Waar te slapen in Oman:
Kempinski Hotel Muscat
Hier sliep ik twee dagen en het was er zó genieten. De bedden zijn heerlijk, al het personeel is zo vriendelijk en ik heb er echt heerlijk gegeten. Eén van de restaurants heeft namelijk een Aziatische kaart met goede dimsum en sushi. Leuk: ze hebben hier ook een sports bar waar ze allerlei voetbalwedstrijden uitzenden. Het ontbijt is enorm uitgebreid en voor alle luxe die je krijgt vond ik het heel betaalbaar.
Anantara Al Jabal Al Akhdar
Ik noemde dit hotel al even, maar het is hier zó prachtig. Ik zou zelf aanraden om hier meer dan één nacht te blijven, omdat je dan van het hotel kan genieten maar ook activiteiten in de omgeving kan doen. De meerdere restaurants hier zijn erg goed, dus ook dat zal niet snel vervelen. En kijk maar even op hun site en stel je voor: een cocktail in de hand met dit uitzicht? Take. Me. Back.
Algemene tips Oman
Ben je van plan om naar Oman te gaan? Snap ik. Even wat handige dingen op een rijtje die je moet weten voor je erheen gaat.
– Kledingvoorschriften: als je naar de Sultan Qaboos Grand Mosque gaat, moet je als vrouw helemaal bedekt zijn, van enkels tot aan polsen. Mocht je dat niet hebben, dan kun je daar een outfit huren. Oman is redelijk westers, maar het wordt wel gewaardeerd als je met bedekte schouders en knieën over straat loopt als vrouw, zeker als je buiten Muscat bent.
– Fooi: het is zeker gewenst om gidsen, kofferdragers en chauffeurs een fooi te geven. Als richtlijn wordt vaak drie euro per dag meegegeven als je met een gids/chauffeur op reis gaat. In hotels en restaurants (mocht er geen service op de rekening staan), dan is een fooi van tien procent gepast.
– Taal: in Oman spreken veel mensen heel goed Engels.
– Alcohol: in bars en restaurants die bij hotels horen wordt alcohol geschonken.