Aafkes restaurant was nog maar net open toen de coronacrisis uitbrak

 

‘Dat het schaamteloze bedrog van een medewerkster ons uiteindelijk de das omdeed is onverteerbaar.’

 

 

 

‘Corona had ons zowat de das omgedaan want we hadden als startend restaurant simpelweg nog te weinig vet op de botten om de verplichte sluitingen zonder kleerscheuren door te komen. Voor veel mensen met een flexibel contract was er financieel geen ruimte meer toen we eindelijk weer open mochten. Alleen met degenen met een vast contract – en dat waren er maar vier – gingen we om de tafel zitten om plannen te maken. Als we er allemaal onze schouders onder zouden zetten – en dat beloofden we elkaar plechtig – zouden we het wellicht kunnen redden.

 

 

De eerste twee weken gingen we als de brandweer en knalde de energie door de tent. Op de derde zaterdag, de drukste dag van de week, belde een van onze medewerksters om te zeggen dat ze ziek was en niet kon komen. Het was haar rug, zei ze. Ze wist niet hoe het was gekomen, maar ze kon amper staan en onmogelijk een avond vol in de bediening lopen.

 

 

Na sluitingstijd besloten we om even stoom af te blazen in een club verderop. Het eerste wat ik zag toen we binnenkwamen was onze zieke werkneemster die zich op de dansvloer stond uit te sloven alsof haar leven ervan afhing. We stelden ons verdekt op om zeker te zijn dat we ons niet vergisten en eigenlijk ook omdat ik even niet wist wat ik met de situatie aan moest. 

 

 

Na die avond liet ik haar, hoewel dat voor mij als werkgever op het randje is, toch schaduwen. Van rugpijn was helemaal niets te zien want ze huppelde door het leven en leek zich wonderwel te vermaken met ziek zijn op onze kosten. Het deed me niet alleen pijn om zo besodemieterd te worden, het maakte me ook woest. Na een dag of tien belde ik haar op. ‘Helaas,’ loog ze, ‘het is nog helemaal nul komma nul beter met mijn rug. Ik vrees voor een hernia dus voorlopig kun je nog niet op me rekenen.’ Ik ontsloeg haar op staande voet en confronteerde haar met wat we over haar te weten waren gekomen. 

 

 

Wat daarna volgde was een kafkaeske situatie die tot aan de rechter speelde. Ik had haar nooit mogen laten schaduwen, luidde het oordeel. Daarbij was het niet aan mij om te beoordelen of mijn werkneemster ziek was of niet, en hield mijn bewering dat ze bij de UWV-arts had zitten jokken geen stand. Moraal van dit verhaal? Ik werd veroordeeld om haar te compenseren en haar salaris met terugwerkende kracht alsnog te voldoen. Al met al kwam de schadepost op bijna 20.000 euro. Dat was voor ons restaurant de genadeklap. Er mag dan formeel recht gesproken zijn, maar rechtvaardig is dit allesbehalve. Wel ziekmakend onverteerbaar.’

 

 

Aafkes naam is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.