Wieke houdt het niet droog

Waar moet ik straks in Nederland heen voor dit gevoel van volkomen ontspannen en thuis zijn? Naar de kinderboerderij? 

 

 

 

WIEKES WERELD, VRIJDAG 9 MAART, 2018, DAG LIEVE HUMMELS

 

Vanmorgen was ik weer even in Kachipu, waar het leven kalm voortkabbelt. En nu ons verblijf hier nog maar vier dagen duurt, grijp ik elke kans aan om ernaar toe te gaan, langs de rode weg waar nu de zonnebloemen bloeien. Benson, het hoofd van een enorme familie, en ik gaan straks nog even op tournee langs een paar andere families, om daar geld en goederen naar toe te brengen. Ik heb een krat vol keukenspullen bij me. Die vinden hun weg wel in de keukens van Kachipu.  Met mijn verstrooide hoofd wil ik de tuin uitrijden, tot Simon, onze tuinman, me schreeuwend achterna komt. Wat nou weer? Het krat met de keukenspullen staat op de motorkap en dat zag ik niet eens. Te veel aan mijn hoofd.  Fijn, even naar Kachipu. Niets werkt zo rustgevend als daar een poosje zitten, tussen de geiten, kippen, koeien en kleine kinderen.  Waar moet ik straks in Nederland heen voor dit gevoel van volkomen ontspannen en thuis zijn? Naar de kinderboerderij? 

 

Benson is nog niet klaar en ik ga zolang bij Mary zitten, een zus van Benson die een beroerte heeft gehad. Praten kan ze niet meer. Lopen met een stok gaat redelijk. Voor Mary geen verpleeghuis. Dat heeft ze hier in Kachipu.  Benson en zijn vrouw Agnes zorgen voor haar. En zij past op de jongste kinderen, die precies weten wat Mary met bepaalde keelklanken bedoelt. 

 

 

Daar komen mijn vriendinnetjes aan: Veronica, Rachel en Tabitha. Elke dag halen ze bij de pomp een emmertje water. Voor auntie Mary.  Heel voorzichtig lopen ze ermee, om niets te morsen. Het emmertje wordt bij het badhokje gezet en dan komen ze trots melden dat auntie zich nu kan wassen, want zij hebben voor het water gezorgd. Nog lang geen drie jaar zijn ze en nu al mantelzorgsters. Dit zijn ook een beetje mijn hummels. Normaal kijk ik naar ze en denk: schattige moppies… Maar nu ik ze zo voor het laatst bezig zie, houd ik het niet droog. Ik heb ze zowat geboren zien worden. Veronica klimt op mijn schoot en steekt haar duim in haar mond. Dat mag niet van haar moeder en auntie Mary, maar als ze niet kijken doet ze het lekker weer. Er gaat niets boven je eigen duimpje. Ik steek de mijne ook in mijn mond en daar moet zo om schateren dat ze op de grond valt. Rachel ziet haar kans schoon: opgestaan is plaats vergaan. Veronica zet het op een brullen. Dan hijs ik ze allebei maar op schoot. Kus op hun kroeskoppies. Dag lieve hummels, wat ga ik jullie missen en zal ik jullie ooit nog terugzien? 

 

 

Wieke Biesheuvel is columnist bij Libelle, schrijft boeken, woont in Zambia en helpt de plaatselijke bevolking met medewerking van haar vriendinnen hier aan waterputten.