Afblijven! Het is giftig

 

Maar wat ik altijd weer vergeet sinds ze het huis uit zijn, is dat je niets onbeheerd kan laten staan.

 

De kinderen komen eten. Als ik vraag of er nog een dieet is waarmee ik rekening moet houden (zoals sapvasten, detoxen, geen suiker, geen vet, wel/geen carbs, wel/geen schaaldieren), dan doet niemand moeilijk. Al die dingen doen ze gelukkig in hun eigen huizen. Bij mij bestellen ze gerechten die ze zelf nooit maken: stamppotten, gehaktballen of bloemkool met een sausje. Maar wat ik altijd weer vergeet sinds ze het huis uit zijn, is dat je niets onbeheerd kan laten staan. Vroeger kon dat niet vanwege de huisdieren. Een pan met gehaktballen zonder deksel was letterlijk gefundenes Fressen (zo noemen Duitsers een erfenis) voor Olivier, de kat. In plaats van dat hij er eentje oppeuzelde… nee, meneer nam uit elke bal een hap. Een nog niet uitgepakte tas met boodschappen in de keuken op de grond zetten kon niet. Deed ik dat wel (omdat ik nodig moest bijvoorbeeld), dan had Jessie, onze oudste hond, de tas vast uitgepakt en de inhoud over de grond verspreid. Weg kipkarbonades.

 

Behalve dieren waren daar ook de kinderen. De vulling voor een appeltaart, een hele leverworst waar nog twee centimeter van overbleef of de gewassen aardbeien. Zomaar op. De koelkast was ook niet echt veilig. Ik plakte briefjes op de spullen waar ze niets van mochten pakken. “AFBLIJVEN!” Hielp niet. Daarom schreef ik een keer “GIFTIG” op de briefjes. Ongerust kwamen ze vragen of dat echt zo was en dan gingen ze met een ‘o gelukkig!’ alsnog naar de koelkast. 

 

Voor                                                                       Na

 

Nu hebben we geen dieren meer. Maar nog wel kinderen; die doe je niet zomaar weg natuurlijk. Zo dacht ik vandaag goed bezig te zijn, door alvast aardappelen te schillen, spekjes uit te bakken en een ui te fruiten (die uitjes roer ik door alle stamppotten, onmisbaar, vind ik zelf). Ik deed de spekjes en uitjes na het bakken in een schaaltje. Zo hoefde ik straks de boel alleen nog maar door elkaar te gooien. Terwijl ik naar de kapper was, kwamen ze. Daar besprak ik, zoals altijd, het leven met Pat, mijn kapper. Mijn hoofd moest worden gerestaureerd. Dat lukte prima en met een ‘dag popje, doe geen domme dingen en je weet het, ik hou je in de gaten,’ liet Pat mij uit. Toen ik thuiskwam waren de spekjes op. Zie de foto’s. Opnieuw beginnen dus.

 

Ach, als je dan gezellig aan de boerenkool zit met z’n allen, dan maakt het niets meer uit. Ik hou me aan het advies van Pat, de kapper: ‘doe geen domme dingen’.  Daar hoort bij dat je geen conflictsituaties in het leven roept die overbodig zijn. Anders staat voor je het weet die Limo van de EO voor je deur.

 

Door: Wieke Biesheuvel

 

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.