Flo heeft weer iets nieuws

Flo heeft een nieuwe hobby. Laat ik het zo maar noemen. Dat klinkt gezelliger dan tic of rariteit, wat het natuurlijk eigenlijk is.

 

We hebben er vele gezien en gelukkig van vele afscheid genomen. Zo was er de alle-deuren-moeten-dicht-tic. Ik heb heel wat vingertjes nipt aan een breuk zien ontsnappen bij ons thuis en evenzoveel verontwaardigde schuine streep geïrriteerde winkeliers moeten uitleggen dat er geen kwaad in school, om vervolgens de deur van de winkel weer wagenwijd open te zetten.

 

Ook hadden we de kusjes-trend. Alles waarmee ze contact had gehad, kreeg een kusje. De deurknop, de afstandsbediening, en rustig ook het drukknopje bij de voetgangersoversteek. Flo groeit met haar leeftijd mee, dus haar laatste habitude is iets uitdagender van aard. Heeft ze het niet naar haar zin, wat meestal op school gebeurt, dan trekt ze, hatsekiedee, haar kleding uit. Is ze echt even in mineur dan volgt er een plasje. Zo juf, ga daar maar eens aan staan.

 

Nu ken ik persoonlijkheden uit de entertainment-industrie die etentjes het liefst afsluiten met een toetje waarbij alle disgenoten hun kledij laten zakken en de slipjes zwieren (en die ongetwijfeld een plasje links of rechts ook niet zullen afkeuren), juffen en moeders van een bijzonder meisje vinden het een minder goed idee.

 

Ik bedenk een afleidplan. Ten eerste is daar het cadeautje. Een week niet uitkleden en niet naast de pot piesen betekent een cadeautje op zaterdag. Dat herhalen we samen een paar keer per dag. Ook kiezen we samen ’s ochtends haar kleding uit zodat ik zeker weet dat ze zich prettig voelt in haar pak. Als ik haar breng herhalen we de cadeau-voorwaarden nog eens duidelijk. 1: Kleren aan houden, 2: Plassen alleen op de wc en 3: Lief zijn en luisteren.

 

Toch sluipt het er weer in, mijn staren naar de telefoon, het vaker speuren door mijn e-mail. Benieuwd naar een eventueel bericht. Hoe ging het vandaag? Heeft ze zich goed gehouden? En ook: wat is de oorzaak van dit gedrag?

 

Elke dag bespreek ik met de juffen van dienst. Ze proberen een ontmoedigingsbeleid waarbij ze niet teveel aandacht besteden aan de acties van Flo omdat dat nou juist is, waar ze op uit is. Als dat niet blijkt te werken, houdt ze er wellicht mee op. Wel plakken ze de glazen klasdeur af als Flo haar Eva-kostuum tevoorschijn tovert en proberen ze haar zo snel mogelijk weer in haar pak te hijsen, maar verder is hun benadering nu even rustig. Ook zij onderzoeken wat haar aanzet tot dit alles.

 

Elk ophaalmoment voelt een beetje alsof ik een rapportcijfer krijg. Hoe was het vandaag? What is the verdict?

 

 

Als ik de patio – waar de kinderen ’s middags altijd spelen – oploop, scan ik meteen wat mijn meisje aanheeft. Dat zegt meestal al genoeg. Vaak tref ik haar in de jurk waar ik haar in bracht, maar soms ook in een pak van school omdat ze haar twee reserve-outfits ook heeft versleten die dag. Aangetrokken, uitgedaan en voor de zekerheid maar onder de kraan gehouden. Mijn meisje kan misschien niet leren, ze weet dondersgoed hoe ze de zaakjes moet regelen voor zichzelf.

 

De laatste dag van de week breng ik Flo en spreek ik even met K., haar groepshoofd. Dat ik hoop dat het vandaag goed zal gaan. Dat ik me toch zo afvraag waar het vandaan komt. K. kijkt me aan. “Weet je?” zegt ze tegen me, “misschien is er niet per se een waarom. Misschien hoort het gewoon een beetje bij Flo.” Ze gaat verder: “En weet je wat nog meer? We houden hierdoor geen centimeter minder van haar.”

 

Het liefst wil ik mijn armen om haar heen slingeren en haar een knuffel van tien seconden geven, maar ik kan mezelf dwingen tot professionele afstand en houd het bij ontzettend over haar schouder aaien. Minstens tien seconden lang.

Door: May-Britt Mobach

Afbeelding van May-Britt Mobach