Even over de oorlog

Allemaal de schuld van die jongen in dat hotel. Want hij begon. Of was ik zelf begonnen misschien? Maar dan heel lang geleden.

 

Op zoek naar een hotel in Travemünde dat ik geboekt had en waar ik nog nooit eerder geweest was, moest ik ineens weer aan de oorlog denken. Neenee, ik ben heus niet zo iemand die bij het woord Duitsland meteen aan de oorlog denkt. Ik heet geen John Cleese… deze ken je zeker wel?

 

 

Hoezo aan de oorlog denken dan?

 

Toen we op zoek waren en het intussen donker was geworden en het ook nog de laatste dag van De Travemünder Woche was, waardoor alle straten volledig vol-geparkeerd stonden en volliepen met mensen, werden we een beetje wanhopig. Hotel nergens te vinden en al helemaal nergens een parkeerplekje om even met het hotel te bellen om hulp. Na lang bochtje om, bochtje terug, weggetje, nog een weggetje eenrichtingsverkeer waar toch tegenliggers reden, kortom een compleet gekkenhuis, vonden we eindelijk een plekje op een stoep onder een boom. Daar konden we dus naar het hotel bellen en kregen we te horen dat we naar de Kurgartenstrasse 2 moesten gaan. Daar was de parkeerplaats van het hotel.

 

Oké, routeplanner opnieuw ingesteld en jawel hoor, na heel lang omrijden waren we er eindelijk. Helaas, er was niets. Helemaal niets. En al zeker geen parkeerplaats. Alleen maar woonhuizen. Dus maar weer gebeld. Vervolgens vertelde dezelfde man dat we naar de Aussenallee moesten. Zo gezegd zo gedaan, maar wel met in het achterhoofd dat, mochten we het niet vinden, we nog dezelfde nacht naar huis zouden rijden. Enfin. Aussenallee was het dus ook niet. Uiteindelijk toch maar weer zelf met de kaart aan het zoeken geslagen.

 

Onderweg vroeg ik me hardop af, of we deze grappenmakerij misschien nog tegoed hadden uit de fifties en begin sixties, toen zo ongeveer iedereen in het ‘naoorlogs verzet’ zat en we elke Duitser die ons de weg vroeg met opzet verkeerd stuurden. ‘Immer geradeaus’, was het standaard antwoord dat je moest geven. Dat wist ieder kind.

 

Gelukkig konden we toen weer lachen en vonden we het hotel. Dat we die jongen niet al te aardig vonden leek hem niet te deren. Misschien had ik het goed gegokt en was dit echt nog even een wraakactie die hij weer van z’n ouders had geleerd. We zullen er wel nooit achter komen, maar gek was het wel.

 

Door Franska