Er is echt niet veel mee mis hoor, maar er zijn daar dingen die ik niet leuk vind. En dit is het ergste. Verder hoor je me niet mopperen.
Om maar meteen met het allerergste te beginnen: dat geschreeuw aan je kop ‘s ochtends bij het ontbijt. Zij zijn natuurlijk al klaarwakker en op hun kordaatst; kom jij net uit je bed rollen, heb je je met moeite overal tussendoor weten te wurmen en jezelf op een stoel weten te wringen aan een veel te klein tafeltje, komen zij aanzetten.
Kleine tafeltjes, daar hebben ze trouwens in Parijs het alleenrecht op. Zo piepklein dat er hooguit twee medium-size borden op passen. Daarom eet je je broodje ook van je schoteltje en krijg je vaak niet eens een bord. Anders kan het mandje met brood er niet meer bij.
Zo’n piepklein tafeltje dus, dat je sowieso tegen je buurman aan zit. Die je vervolgens compleet negeert, terwijl negeren in zo’n geval een hele kunst is. Maar goed. Ik sla me erdoorheen, bij het diner of de lunch, zolang het eten maar lekker is. En de wijn. Maar aan het ontbijt? Op dat uur van de dag slaat het kordate gedrag van de dames die de boel regelen niet bepaald aan bij mij. Komt iemand zo ongeveer met de handen in de zij op je afstampen en toetert met een veel te schelle stem keihard in je oor: ‘Thé, Café, Chocolat?’ Krijs, krijs. Ik kan daar toch een partij saggerijnig van worden, niet normaal. En dan bestel je thee, nou je wilt niet weten wat voor zwart slootwater ze daarvan weten te brouwen. Getsie-bah
Daar heb ik het volgende op gevonden. Vette pech als de hotelkamerprijs inclusief ontbijt is, dan maar wat weggegooid geld. Ik kies gewoon een heel leuk plekje uit voor m’n ontbijt. Even een klein wandelingetje en er is altijd wel een plek waar ze gezellig tegen je doen. Voor zover Parijzenaren daarin gespecialiseerd zijn dan. Begrijp me niet verkeerd, ik ben gek op Parijs, het zou alleen op veel plekken een beetje gezelliger kunnen. Die zogenaamde romantiek zit niet altijd in de mensen die je daar tegenkomt. Of ze weten het heel goed te verstoppen. Je moet het hebben van andere dingen, zoals de mooie gebouwen, de leuke meubeltjes, de kleine schattige winkeltjes en smalle straatjes. En natuurlijk de pracht en praal van de mooie hotels en musea. Nou, zulke plekken kies ik dan dus uit om te ontbijten. Elke ochtend een andere.
Le Marly bijvoorbeeld, onder de arcades van het Louvre. Of Ladurée op Rue Royale 16. Of Mariages Freres. Of een mooi leuk hotel, zoals bijvoorbeeld Hotel Costes of Le Meurice op Rue Rivoli 228, waar ze heel lekkere, dikke chocolademelk hebben. En mooie kopjes. Bij mooi weer even in de tuilerieën buiten bij een tentje zitten is natuurlijk ook superleuk. Of op Place Saint Germain bij Les deux Magots. Kijk, dan krijg je ineens wel dat romantische Parijse gevoel. Je moet het gewoon even zelf regelen.
En ach, misschien kies ik ook te goedkope hotels. Kan de oorzaak zijn. Nou ja, dan maar liever voordelig slapen en lekker luxe ontbijten op een andere plek.
Wacht. Dit moet ik ook nog even kwijt over Parijs.
Ik heb daar een stamcafé, waar je alleen de dagschotel kunt eten. Lekkerrr! Kwam ik minstens zes keer per jaar eten. Minstens. En vaak ’s avonds nog even een glaasje. Voor een buut’nlander is dat best veel toch? Nou had ik al best lang een goeie relatie met de kok die z’n keuken op de eerste etage heeft en daar altijd grappen met me staat te maken, maar de man achter de bar, die altijd kijkt wie of wat er binnenkomt, zei pas de tweeënvijftigste keer dat ik binnenkwam iets à la goedemiddag tegen me. Se-ri-eus. Ik heb het echt geteld. En volgens mij is het stiekem een aardige man. Maar aardig dóen is gewoon niet zo Parijzerig.
Verder dus niets te mopperen. Maar dat zei ik al.
Door Franska
Fotografie portret: Esmee Franken. Visagie: Linda van Ieperen. Haarstylist: Mandy Huijs.