Zo gewoon is dat heus niet: jezelf zijn

Soms kan ik er wat mee, soms vind ik het open deuren, clichés, tegeltjeswijsheden.

 

‘Wees nou maar gewoon jezelf. Dan voel je je ook het beste.’

 

‘Gewoon jezelf zijn. Dan kom je ook vanzelf de mensen tegen die bij je passen.’

 

‘Kom nou maar met jezelf. Je bent toch goed genoeg zoals je bent?’

 

‘Het spaart zoveel energie als je dicht bij jezelf blijft.’

 

Allemaal waar en allemaal makkelijker gezegd dan gedaan. Want je wilt vaak ook leuk gevonden worden, slim gevonden worden of niet uit de toon vallen, niet afgewezen worden. Dus soms ben je jezelf en soms ook niet. Er moeten sowieso eerst wat jaren overheen gaan om jezelf te kunnen zijn. Er is ervaring voor nodig, en wijsheid. Inmiddels ben ik heus wel zo ver gekomen dat ik geen ganzenlever eet omdat die me nu eenmaal wordt voorgeschoteld. Ik zeg ook niet meer dat ik dol ben op rode nagellak terwijl dat niet zo is. Of dat ik vind dat je op je zeventigste gerust nog in een ultrakorte hotpants over straat kan, terwijl ik dat beter van niet vind. Maar soms komt er iets of iemand op mijn pad en dan sluipt het erin. Dat ik me opeens niet meer op mijn gemak voel, keihard aan mezelf voorbijga en dan – niet fijn – ga praten om te compenseren dat ik me niet senang voel. Het zijn per definitie niet mijn beste oneliners die er dan uitkomen en altijd met te veel tekst, te veel woorden.

 

Er is veel over geschreven, over ‘gewoon jezelf zijn’, over ‘jezelf kwijtraken’, over ‘de jacht naar het grote geluk’ (lees: baan, geld, macht, liefde) en hoe die ons afleidt van onszelf. Over ‘gedachten’ en dat je niet je gedachten bent maar slechts degene die die gedachten creëert. Soms kan ik er wat mee, soms vind ik het open deuren, clichés, tegeltjeswijsheden. Deze houd ik erin omdat ‘ie leuk is en waar:

 

Je bent nooit níet jezelf geweest. Wie zou je anders zijn? 

 

 

 

Als er weer een iets of iemand op mijn pad komt waardoor ik me opeens niet meer oké voel, leuk gevonden wil worden, bang ben om afgewezen te worden, niet meer weet wat ik wil, wat ik vind of hoe ik erover denk, dan helpt het om te weten dat iedereen – de goden zijn geprezen – anders is.

 

En dat dat maar goed is ook.

 

Door: Brigitte Bormans

 

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.