De meester en het meisje

Ik durf niets te zeggen. Behalve dat ik denk dat twee levens zijn verwoest, minstens. En dat ik hoop dat ze het gesprek aangaan. En niet het gevecht.

 

Boven de school van mijn kleinkinderen hangt een donkere wolk. De leukste meester is niet meer. Nou, hij is nog wel, maar hij is er niet meer. Ineens was er een aanklacht. Grensoverschreidend gedrag. Een vage term die, natuurlijk, niet verder werd toegelicht maar die meteen vroeg om het onvermijdelijke. Schorsing.

 

Er was onbegrip. Ongeloof. Deze leuke man. De man die kerstfeesten en uitstuiven opluisterde met zijn muziek. De meester van groep 8 waarop de kleuters zich al verheugen. Later als ik groot ben, zit ik bij hem in de klas. Het kamp, de musical. Allemaal met hem.

 

Maar dat kan nu niet meer. Hij is thuis.

 

Natuurlijk praten we erover. ‘Een is geen’ zegt een van de moeders die rechten heeft gestudeerd. Maar dat zou betekenen dat een particuliere moord niet plaats zou kunnen hebben. Of een eenmalig geval van grensoverschrijdend gedrag.

 

Een ander zegt dat je niet zomaar aangifte doet. En na de vrijspraak (waar wij stiekem hele blij om waren omdat we de meester zo’n warm hart toedragen) volgde een hoger beroep. “Dat doe je toch niet zomaar? Dat doe je toch alleen echt als er iets aan de hand is?” Ik ben stil. Dat zou betekenen dat iedereen die een zaak tegen iemand aanspant, onschuldig is en degene tegen wie de zaak wordt aangespannen schuldig zou zijn. Omdat je zo’n traject niet zomaar ingaat.

 

Ik durf niets te zeggen. Behalve dat ik denk dat twee levens zijn verwoest en verwilderd. En dat ik hoop dat ze het gesprek aan gaan. En niet het gevecht.

 

Door Pleuntje van der Horst