Als de dag van gisteren.

Waar was jij, weet jij het nog?

 

 

Op twintig februari 1984 belde je nog met een telefoon aan een snoer en betaalde je met de gulden. Vijftien was ik en zat als door de bliksem getroffen op de bank naar het achtuurjournaal te kijken en hoorde tot mijn verbijstering dat Doe Maar ging stoppen. De dag erna, op school, liepen er hordes huilende meisjes door de gangen. Verslagen dat hun helden ermee ophielden.

 

Voor de jonkies onder ons: Doe Maar was op dat moment mateloos populair. Alle pubers kenden hun muziek en kunnen tot op de dag van vandaag blind meezingen met Doris Day, Is dit alles en 32 jaar. Het was een ongekende gekte. Toen ik hier op de redactie vroeg of ze wisten wat Doe Maar is, dachten ze dat het om een vrijwilligersorganisatie ging. Ha! Echt niet.

 

De mannen van Doe Maar waren destijds de Beatles van de lage landen. Meiden vielen in hun gigantische kalverliefde voor de beste Nederlandstalige band ooit massaal flauw bij hun concerten. Om de gillende en hysterische meute een beetje af te koelen werd soms zelfs de brandslang erop gezet. Tijdens de Koude Oorlog in de jaren tachtig konden Hennie Vrienten en Ernst Jansz met hun songteksten de gevoelens van Generatie X feilloos onder woorden brengen met het nummer De Bom. Dat je aan het einde van dat nummer jezelf kon overhoren met de 3e naamval van het Duits was mooi meegenomen. Mit-nach-nachst-nebst-sammt-bei-seit-von-zu-zuwieder-entgegen-ausser-aus…

 

En hoe fijn is het dat de heren gisteren in poppodium Hedon in Zwolle voor hun veertigjarige jubileum met een uitgebreide clubtour zijn gestart. Terug naar de basis waar de ska-band ooit is begonnen, met een publiek dat is uitgegroeid tot volwassen mensen die de teksten nu echt op waarde kunnen schatten. En hoe leuk is het om tijdens zo’n concert weer een beetje zestien te zijn en voluit mee te zingen. Gelukkig hoef je nu niet met je slaapzak de hele nacht in de rij voor de kassa van Carré om aan kaartje te komen. Ze zijn nog online verkrijgbaar… ‘Eén nacht alleen, wohohoho één nacht alleen, kom niet bij me kloppen, de deur is op slot. Laat me een keer pitten of ik ga kapooooot.’

 

 

Door: Irene Smit