Gewoon inslikken zo’n vlieg

 

Wel eens een vlieg doorgeslikt? Ik wel. Tut tut, zo suste de wetenschap mij, bij monde van vliegenonderzoeker Den Otter uit Groningen, je valt heus niet meteen dood neer (nee, hè hè, anders zat ik hier al honderd keer niet meer), al zijn vliegen wel ziekmakers. Dit lees ik allemaal in een eng stukje op Blendle. Er liften 29 miljoen bacteriën mee op een vlieg en er zijn 315 soorten vliegen. Bijzonder vak, lijkt me. Juf: ‘Wat doet jouw vader Pepijn?’ Pepijn: ‘Hij onderzoekt vliegen’. Iemand moet dat natuurlijk toch doen. 

  

De strontvlieg houdt van poep, mest en rottend eten. Vertel mij wat. Wij hebben in Zambia een container. Maar de mensen die ‘m moeten legen, doen dat niet altijd.Waarom niet? Omdat er – bijvoorbeeld – geen diesel is voor de tractor, die de aanhangwagen met onze containers naar een afgelegen plek moet brengen. (Daar wonen veel ratten.) Of de tractor heeft een lekke band en het plakken kan zomaar een paar weken duren. 

 

Als die gasten met de tractor een paar weken het vuil niet ophalen, moet ik onze container heel snel open en dicht doen, want het krioelt daarin van het leven. Zo kan het gebeuren dat ik een vlieg inslik. Wat is het verschil met een sprinkhaan, denk ik dan maar.

 

 

En als de buren een geit slachten, is het helemaal bal. Feest voor de vliegen, die na het eten bij ons in de keuken komen buurten om te kijken of er nog meer te nassen valt. Met al die bacteriën op hun pootjes en vleugels. Minstens dertig vliegen en dat maal 29 miljoen bacteriën. Het mag toch een wonder heten dat we er als mensheid nog zijn? 

 

Ik geloof heus dat je ziek kunt worden van dingen die vliegen zoal meenemen, maar ik denk dat ik een soort resistentie heb opgebouwd. Op de operatiekamers wapperen de artsen de vliegen weg, omdat ze op de patienten zitten. Toch komen er aanzienlijk minder wondinfecties voor dan in Nederland. Dat is curieus. 

 

Een huisvlieg is dol op zoetigheid, maar niet op alcohol en zout. Daar kun je je voordeel mee doen. Ik dek de tafel met ook een plekje voor de vliegen. Schaaltje honing en een glaasje wijn. Dat helpt heel goed om ze weg te houden van ons eigen bord. En verder? Slik gewoon af en toe een vlieg door. Een huisvlieg! Strontvliegen kunnen beter buiten blijven. In een warm land heb je ermee te leven, het is niet anders. Een vlieg moet toch ook eten? Die is echt niet voor de grap uitgevonden. Een vlieg doet ertoe. Elk insect, hoe onbetekenend en vies ook in onze ogen, heeft een functie. Dat wil ik toch gezegd hebben. Ik denk dat de vader van Pepijn binnenkort wel belt om mee te doen aan zijn onderzoek.

 

 

 

Wieke Biesheuvel is columnist bij Libelle, schrijft boeken, woont in Zambia en helpt de plaatselijke bevolking met medewerking van haar vriendinnen hier aan waterputten.