Zo leerde je ‘vroeger’ je talen
Tegenwoordig doe je het lekker ‘stiekem’ in je eentje. Een stuk minder gênant dan bij ons op de middelbare school.
Omdat ik altijd en eeuwig naar Italië wil en het leuk vind om daar een beetje met de mensen te kunnen kletsen, zit ik al jarenlang braaf elke dag op Duolingo m’n Italiaans te oefenen.
Het leuke van dat oefenen is dat je de taal ook hoort en hem ook zelf moet spreken. Als je het niet goed genoeg uitspreekt, begrijpt je telefoon of laptop het niet en moet je net zo lang opnieuw, opnieuw, opnieuw, totdat hij het wel begrijpt.
In elk geval is dat moeten herhalen tot je het beheerst een stuk minder gênant dan toen ik op de middelbare school bij Engels een leesbeurt kreeg. Als eerste schoot de leraar (overigens een van de leukste leraren die we hadden) bulderend in de lach toen hij me ‘cathedral’ als kathedrol, met de klemtoon op de eerste lettergreep, hoorde uitspreken in plaats van als kathiedrol met de klemtoon op de tweede lettergreep. En alsof het al niet erg genoeg was, lag de hele klas ook meteen plat. (Verhip, die leraar heette ook nog Plat!)
Dankzij die uitbundige reactie van de hele club leerde ik wel iets dat ik nooit meer vergeet, maar als het woord grensoverschrijdend toen al gangbaar was geweest, had ik het toch tamelijk grensoverschrijdend gevonden om keihard uitgelachen te worden door zesentwintig man.
Maar mooi dat ik nu nog altijd kazzedrol zeg als ik ergens een kathedraal zie. Gewoon voor de grap. Dat dan weer wel. Jezelf kunnen ‘relativeren’ is mooi, maar een ander moet zich weten te gedragen. En zo is het toevallig ook nog eens een keer.
Dat wilde ik vandaag even kwijt. En nu niet allemaal in de lach schieten. Ik ben er al om uitgelachen.
Ik wens je een fijne week. Rustig aan met die warmte en genoeg water drinken.
Liefs van Franska