Zin in een kerstverhaal waar je blij van wordt?
Dat vind je heel gewoon in een vitrinekast die in een voortuin in Amsterdam-Noord staat.
Hoewel, kerstverhaal? Voor sommige mensen hoeft het niet eens kerst te zijn om goed te doen, want die doen alle dagen van het jaar goed. Gerda Kooijman is zo’n vrouw. Gerda is 72, gepensioneerd en woont in het deel van Amsterdam-Noord dat nog niet onder de voet is gelopen door oprukkende yuppen.
Gevraagd naar Gerda’s zaterdagochtendritueel vertelde Gerda in het Parool dat ze elke zaterdag vaste prik per scootmobiel naar de supermarkt gaat voor een rondje boodschappen. En dat doet ze niet alleen om haar eigen voorraadkast aan te vullen. Gerda ziet namelijk veel armoede in haar wijk en die armoede is door corona alleen nog maar erger geworden. Om iedereen die weinig of niets heeft een klein beetje tegemoet te komen heeft Gerda daarom een joekel van een vitrinekast in haar voortuin gezet en die wordt op zaterdag door Gerda bijgevuld. Op andere dagen ook door andere mensen uit haar buurt. Want Gerda’s motto ‘geef wat je missen kan, neem wat je nodig hebt’ is inmiddels wijdverbreid in Noord. Babyvoeding, chips, pasta, hagelslag, pindakaas, appels, waspoeder, schoonmaakmiddel, noem het maar op. In principe past alles in Gerda’s kast.
Het is een gezellig komen en gaan in haar voortuin, die dankzij de kast ook een beetje de functie heeft gekregen van het bankje rond de dikke eikenboom op het dorpsplein, waar vroeger de gepensioneerde mannen van het dorp samenkwamen om met elkaar een sigaretje te roken. Helemaal tegen kerst als Gerda’s kast uit zijn voegen barst. Want wie kan het nou aanzien dat er buren zijn die amper te eten hebben? Überhaupt niet en al helemaal niet nu het coronatijd en ook nog eens bijna kerst is.
Als we iemand konden nomineren voor een wie-zetten-we-deze-kerst-eens-extra-in-het-zonnetje-award, dan wisten wij het wel. Al zou het ook de wie-heeft-het-grootste-hart-van-de-stad-award kunnen zijn. Wij vonden het in ieder geval een kerstverhaal om in te lijsten. Of na te volgen. Dat zou nog beter zijn.
Bron: Parool