Zij? Wat? Nee!

 

Iedereen kent ze, collega’s die het niet zo nauw nemen met de kantoorregels, nog nooit van deo gehoord hebben en neuspeuteren als hobby beoefenen. En er is er altijd eentje van wie je het níét verwachtte.

 

Een snuifje? Zei ze dat nou écht? What the…?? Ze was mooi, intelligent, sprak meerdere talen, ging netjes gekleed, leek welopgevoed, maar bleek dus tóch ook… Pfff…

 

Ja, zeg het maar eerlijk: jij kent die figuren ook!

 

Ik werkte al jaren met haar samen, toen ik erachter kwam dat zij het dus ook deed. En ik was echt van slag, omdat ik dit nooit van haar verwacht had. Het paste ook niet bij haar. Ik bedoel: er waren altijd collega’s van wie je gewoon wíst dat zij ‘dingen’ deden. Maar zij? Néé! Zij was net als ik. Wij namen nog geen pen mee naar huis, terwijl we collega’s met grootverpakkingen toiletpapier en koffie de deur uit zagen gaan. Je kent ze wel: mensen die rustig een extra flesje wijn laten bezorgen voor de vrijdagmiddagborrel, om er dan thuis nog even verder mee te vieren dat de week er weer op zit. Van die types die neuspeuteren, dossiers laten verdwijnen, deo vergeten, boeren laten, enzovoort. Iedereen heeft collega’s van wie je wéét dat ze dingen doen die jij nóóit zou durven. Ze hangen vaak sterke verhalen op, sparen íets te trots bekeuringen en tappen alleen maar van die moppen waarvan je denkt: hmm. Ook liggen ze nét iets vaker met de benen op het bureau dan ze er koffie mee gaan halen, komen ze altijd te laat binnen, gaan meestal te vroeg weer weg, en je komt ze steevast tegen bij de bloemist, wanneer jij van je baas de opdracht hebt gekregen om ze een ‘beterschapsboeket’ te gaan brengen. Ja, zeg het maar eerlijk: jij kent die figuren ook!

 

Zij lijken te leven zonder schaamte, en wat anderen van ze vinden dat boeit ze niet. Maar ik had háár dus echt nóóit durven verdenken van zoiets als dit. Zij was altijd vriendelijk, welbespraakt, beleefd tegen klanten, behulpzaam naar collega’s, altijd op tijd, zeer productief, nauwgezet, gewetensvol, kortom: een consciëntieuze, hartelijke collega, met wie het prettig samenwerken was.

 

En toen ineens zat ik dus niet zo prettig meer naast haar. Ik was erdoor van slag en deed zelfs even het raam open, om naar frisse lucht te gaan happen, toen ik het hoorde. En zij? Zij keek brutaal om zich heen, toen wij allemaal onze afkeuring lieten merken. Sommige collega’s liepen zelfs weg, maar zij verblikte of verbloosde daar niet van. Zij bevrijdde zichzelf gewoon even – met veel kabaal – van een ernstige vorm van flatulentie en riep na onze reacties ook nog ijskoud: ‘Ah jongens, piep niet zo. Als we allemaal even een snuifje nemen, dan is-ie zó weer weg.’

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke