Zelfpromotie

 

Met de billen bloot: Lisettes boek werd genomineerd en dus moest ze campagne voeren voor zichzelf.

 

 

Hoera, jubelde de mail van de uitgeverij, je boek is genomineerd als beste spirituele boek 2019. Ik haalde mijn schouders op: als ze maar niet denken dat ik campagne ga voeren voor mezelf. Dat vertik ik hoor. Ik vind dat zó sneu, om bij iedereen die je kent te moeten bedelen: ‘Wil je op mijn boek stemmen?’ Sowieso klopt er niks van, want hoeveel mensen zullen alle vijf de boeken gelezen hebben en een weloverwogen keuze maken? Niet één toch? Dus wat peilt zo’n verkiezing nou helemaal? Hooguit hoe handig je bent op sociale media. En daar ben ik te oud voor.

 

Maar ja, het moest. Dat zei iedereen en ik begreep het ook wel. Dus hop, een bericht op Facebook en hop, een op Instagram en vooruit, een nieuwsbrief aan mijn abonnees…

 

Wat ik vreesde, gebeurde. Een dozijn abonnees van de nieuwsbrief schreef zich direct uit van de mailinglijst. Die vonden het dus net zo irritant als ik zelf, als ik drammerige zelfpromotie-mails vind in mijn inbox.

 

‘Ik heb geen van de boeken gelezen,’ schreef een kennis, ‘maar ik gun jou de prijs want je hebt zo’n moeilijk jaar achter de rug.’ Ahrggg, een stem uit medelijden, knarste het in mijn hoofd.

 

‘Ik kan niet op je boek stemmen,’ schreef een andere kennis, ‘want ik heb het niet gelezen.’ ‘Je bent veel te integer,’ mailde ik terug, ‘je moet gewoon stemmen op mij omdat je me aardig vindt.’ En ik dacht: ben ik nou zo diep gezonken?

 

Vroeger! Ja vroeger. Toen schreef je een boek en de uitgeverij zorgde ervoor dat het verkocht werd, daar hoefde je zelf niets voor te doen. Sterker nog: het was taboe om jezelf op de borst te kloppen of naar voren te dringen of aandacht te trekken voor je werk. Schrijvers waren hoog verheven boven plat commercieel gedoe.

 

Maar ergens in de afgelopen decennia zijn we allemaal ons eigen merk geworden en sindsdien moeten we onszelf en ons werk zelf verkopen. Ik heb nog een tijdje gedacht dat het kwam doordat ik niet beroemd genoeg was. Maar toen klaagde bestsellerschrijfster Franca Treur (van onder andere Een dorsvloer vol confetti) eens in een krant dat ze zoveel moest doen aan zelfpromotie. Dus het is overal hetzelfde, van hoog tot laag.

 

En ja, daar ging ik al: nu werd het spannend. Zou ik bij de top-drie zitten die aan tafel mochten bij Jacobine Geel? Zou ik..? Van dat soort spanning hou ik helemaal niet meer tegenwoordig.

 

 

De ochtend vóór de prijsuitreiking werd ik wakker uit een droom waarin ik in mijn blote billen rondloop. Ik heb een schortje voor maar vanachter niets en dat doe ik om de aandacht te trekken van een politicus. Maar die politicus wil mij niet. En beteuterd zoek ik naar mijn kleren.

 

Ik moest er zelf om giechelen toen ik wakker werd: ha ha, ja, zo voelt het om te bedelen om stemmen. Je gaat toch met de billen bloot, je laat je kennen. En het is gênant als het niet lukt.

De droom bleek voorspellend, want het lukte dus niet. Mijn boek is niet nummer één geworden. Er was een heel actiecomité opgericht met zwaargewichten uit de wereld van de kerken om de winnares aan de meeste stemmen te helpen. Tja, daar kon ik niet tegenop. Heb ik al die mensen voor niks lastig gevallen. Sorry hoor.

 

En natuurlijk ook bedankt. Want ik heb veel hartverwarmende reacties gekregen. En het was toch leuk om mee te doen. Wie weet, is er ergens nog iemand nieuwsgierig geworden naar het boek.

Door: Lisette Thooft

Lisette Thooft is rebalancer en noemt zichzelf ‘lijf- en schrijfcoach’. Ze schrijft al jaren voor vrouwenbladen en spirituele tijdschriften en is auteur van 18 boeken over persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast is ze moeder en grootmoeder

Afbeelding van Lisette Thooft