Deze tekst ga ik borduren. Zo leuk vind ik hem. Man is ook dokter en zijn handschrift? Niet om over naar huis te schrijven. Neem dit vooral letterlijk.
Ik heb nog een paar brieven van hem, uit de middeleeuwen, maar o, wat kostte het me veel tijd om zijn producten te ontcijferen. Zijn commentaar: ‘Dan doe je er lekker lang mee.’
Hoe het komt dat vooral artsen zo belazerd schrijven, weet ik niet. Omdat ze altijd haast hebben? Man eet ook altijd heel vlug. Als wij nog moeten beginnen, is hij al klaar. Nu ik erover nadenk, hebben meer mensen een waardeloos handschrift, lang voordat er computers bestonden. Ooit werkte ik als tiepmiep voor de AR-fractie in de Tweede Kamer. Een leuk bijbaantje, twee dagen in de week. Ook al was ik de dochter van de baas, ze vonden het toch fijn dat ik er was. Vooral professor Diepenhorst. Ik was de enige die zijn handschrift kon lezen. Kamerleden schreven hun eigen brieven en ik typte ze uit. De secretaresse gaf het meestal zuchtend van ergernis op en dan mocht ik dat doen. Vond ik leuk. En die lieve professor Diepenhorst was altijd zo dankbaar! Hij liet me regelmatig een glaasje sherry brengen, omdat hij vond dat ik dat had verdiend. Ik was een waardeloze secretaresse, maar typen en stenograferen kon ik uitmuntend, al zeg ik het zelf. Een soort geheimschrift. Je verleert het niet en ik gebruik het nog weleens.
Nu even over mijn eigen handschrift. Is dat mooi? Echt niet (meer). Vroeger wel, ik stelde er een eer in om mooi te schrijven. Op de lagere school al. Als je het echt heel mooi deed, kreeg je een stempel: een rood konijntje. Als het wat minder was een groene kikker. En als het knudde met een rietje was niets. Ik ging voor dat rooie konijn natuurlijk en op mijn eerste kerstrapport prijkte dan ook een 9 voor schrijven. Was het met Pasen een 9-. MIN! Hoe rekende de juf dat in vredesnaam uit? Met een natte vinger? Ik weet nog hoe teleurgesteld ik was toen ik mijn rapport aan opa liet zien, hopend op een financiële meevaller. Wat zei hij? ‘Zonde, je bent achteruitgegaan met schrijven!’ Kreeg ik niks!
Inmiddels heb ik er tientallen jaren computeren op zitten. Funest voor je handschrift. Nooit meer een rood konijntje, dat is net zo zeker als geboren worden en weer doodgaan. Goed. Een aardigheidje: wie kan lezen wat ik hieronder in steno heb opgeschreven, krijgt van mij een gesigneerd exemplaar van mijn boek ‘Wieke in Zambia’. Of van ‘Je zal zo’n moeder hebben’, mocht je Wieke in Zambia al hebben. We doen het zo: win je, dan worden we vrienden op Facebook, mochten we dat nog niet zijn. Via Messenger ontvang ik je adres en dan komt het jouw kant op. Zo hebben de meisjes op de redactie er geen last van dat ik hier allemaal dingen verzin die extra werk betekenen. Ik ben benieuwd!
Door: Wieke Biesheuvel
Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.
Leestip
Heb jij de kerstboom al staan?
Heb jij de kerstboom al staan?
Nee joh, dat kan toch pas na Sinterklaas? 63%, 24 votes
24 votes63%
24 votes
Mij niet gezien, ik houd niet van kerst. 26%, 10 votes