Een gat in de markt

 

Knoflook is de ketchup voor intellectuelen… Néé, voordat jullie over me heen vallen, ik beweer dit niet, maar een vriend van ons. Is hij nog steeds een vriend? Absoluut, want hij bedoelt het niet kwaad.

 

 

Al generaliserend zou je kunnen denken: intellectuelen halen hun chique neuzen op voor ketchup en daarom flikkeren ze overal knoflook in. Man wil op alles ketchup. Vooral op een gebakken ei. Ik spuit er weleens een hart op voor hem, als ik een romantische bui heb. Of een middelvinger als die bui wat minder is. Of een piemel. Of gewoon een haastige klodder. Het ligt er maar net aan. Dat kan allemaal met ketchup. Doe dat maar eens met knoflook. Lukt je niet. Die vriend kwam bij ons eten en in de keuken rook het naar knoflook. Wij gebruiken dat dagelijks. Dus toen hij dat – gnuivend – zei, over die knoflook in combinatie met intelligentie en intellectueel zijn, bedacht ik dat ik dan wel oeverloos slim zou zijn. En, wie weet, ook intellectueel begaafd. Al weet ik niet zeker of wij tot de intellectuelen behoren. Ik denk van niet eigenlijk, omdat ik de grens tussen intellectueel en oliedom vaak nogal grijs en schimmig vind. 

 

Ik was op mijn achttiende au pair in Frankrijk, op een kasteel dat van ellende uit elkaar viel, maar de familie was wel hartstikke adellijk. Ik deelde een zolderkamer met muizen. In dat kasteel woonde ook een zielig, nogal uitgedroogd ouder echtpaar, dat daar kamers huurde, onder mijn zolderkamer. Elke nacht werd de man schreeuwend wakker en riep, alsof hij in doodsnood verkeerde: ‘J’ai peur!’ (‘Ik ben bang’, red.) Angstaanjagend. Overdag zat hij altijd met een dik boek bij de kasteelvijver en mijn mevrouw, de barones, praatte vaak met hem en kwam op een dag thuis met het nieuws dat ze van hem had gehoord hoe ze een drankje moest maken dat kanker beslist zou voorkomen. De vader van die man was er 104 mee geworden. Wij aan de slag, met honing die rechtstreeks uit een bijenkast kwam, citroensap en knoflook. Veel knoflook. Niet te hachelen natuurlijk, maar wie wil er nou kanker? Baat het niet, schaadt het niet. Die man, ook al had hij angststoornissen, was een getalenteerde intellectueel, volgens de barones. Wie weet. Of dat door de knoflook kwam? Tot mijn achttiende wist ik niet eens dat knoflook bestond, laat staan dat ik wist waar je het moest kopen. Ik had dus een enorme inhaalslag voor de boeg. Of ik er slim van geworden ben? Weet ik veel! 

 

Wie weet heeft ketchup wel dezelfde uitwerking? Ik wed dat dit nog nooit is uitgezocht. Gat in de markt! Hebben we meteen weer een aantal werkzoekenden onder de pannen. Te beginnen met de wereldleiders. Wie zou er uitsluitend ketchup of uitsluitend knoflook nuttigen? Stel dat er uitkomt dat knoflook – of ketchup – louter slimme mensen voortbrengt? Dan moet je het toch onmiddellijk wereldwijd door het drinkwater gooien? Je moet wel hopen dat de mensheid vervolgens slim zal omgaan met haar eigen slimheid. En dat is dan weer iets om veel vraagtekens bij te zetten.

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel