Bellen blazen op de foto

 

Wat een heerlijk onsmakelijke column van Sylvia Witteman in de Volkskrant over een foto van een kind met een gore snottebel. Ze is me voor, want ik had hier ook over die foto willen mekkeren.

 

Niemand die dat zo ranzig kan opschrijven als Sylvia. Schaterlachen en kokhalzen tegelijk. Maar wat ik er wel over kwijt wil: zou het niet enorm schelen met de gewone griepaanvallen, als we voortaan altijd thuis zouden blijven met onze verkouden neuzen? Ik haatte het vroeger, toen ik nog op school lesgaf, als collega’s of leerlingen liepen te niezen en te proesten. Het was meteen bingo, want ik hoef maar naar een snotneus te kijken en ik word ook verkouden. En dan mensen die, nadat ze je hebben gezoend, even melden: ‘Ik hoop niet dat je nu ook verkouden wordt, ik zit totaal verstopt!’ Blijf dan van me af, engerds! Echt, ik haat dit. Nu hoor ik de protesten al: moeten we bij elk verkoudheidje thuisblijven? Dat is toch contraproductief? Je kunt best werken met een snotneus, etc. Natuurlijk, dat kan. Maar ondertussen besmet je iedereen met wie je in aanraking komt. Ik zou het toejuichen als we het komende koude seizoen binnen zouden blijven met ons gesnotter. Ik denk echt dat dit duizenden griepgevallen gaat schelen. Om van covid-19 nog maar te zwijgen. Zo vang je meerdere rondvliegende virussen in dezelfde klap.

 

Mijn moeder stuurde ons vroeger gewoon met een zakdoek naar school, ook als we 37,7 graden koorts hadden, want pas bij 38 graden vond ze het iets serieuzer. Meestal ging het vanzelf over, maar ik herinner me dat in die koude maanden een derde van de klas afwezig was. Ik hield, als ik echt enorm schoolziek was, de thermometer stiekem onder de warme kraan. Met die actie bezorgde ik mezelf menige vrije dag in bed met een gezellige Leni Saris. Regende of sneeuwde het buiten, dan droeg dat helemaal bij tot de spijbelvreugde. Als mijn vader verkouden was, moest de hele wereld het weten. Hij liet nog net zijn zakdoek met inhoud niet zien als hij weer eens piepte dat hij vre-se-lijk verkouden was. Ik ga al bijna over mijn nek als iemand een appel eet in mijn nabijheid, maar als ze ook nog hun neus gaan ophalen krijg ik mepneigingen en wil ik emigreren naar een warm land zonder verkouden mensen. Utopia, want ook in warme landen worden mensen verkouden. Wel aanzienlijk minder vaak dan hier.

 

Verkouden? Hup, ziek het thuis uit. Kan dit plan misschien ook worden opgenomen in de spoedwet die eraan zit te komen? We hebben al bewezen dat we prima thuis kunnen werken. Ik realiseer me dat het met kleine kinderen lastig is. Ook mijn bloedjes hadden vroeger van hun eerste tot en met hun zesde jaar constant pegels onder hun neusjes hangen. Je kunt kleuters niet constant thuishouden. Dat snap ik. Daarom zou ik het willen beperken tot de grote mensen. Neuzen niet pluis? Snotter thuis.

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel