Wiekes badpak lubbert tragisch

 

Dus bestelt ze vier nieuwe. En moet ze opeens vier kilo afvallen…
 

Ik kijk naar buiten, waar de laatste blaadjes naar beneden dwarrelen, en naar het olijfboompje in de pot, dat deze zomer twee olijven heeft geproduceerd. Jullie begrijpen dat dit uitdraaide op een schranspartij zonder weerga. Maar nu staat hij daar zo triest, snakkend naar de zon. Net als man en ik. Wij hebben nu al de balen van de donkere, korte dagen en de ellende is nog niet eens echt begonnen. Het is zo wennen na het altijd mooie weer in Zambia. Nu moet ik kleren aan. Veel kleren. Niet zeggen dat die knisperende zonnige winterdagen zo leuk zijn, ik vind dat zo verschrikkelijk NIET leuk. Al zal ik niemand winterpret ontzeggen; als ik zelf maar niet steeds naar buiten hoef.

 

Maar nu ga ik badpakken kopen. Reden één: omdat wij in januari even naar de zon afreizen. Reden twee: mijn oude badpak lubbert nogal tragisch. Ik bestel er vier. Vier? Ja, in twee maten. En een zwarte flodderjurk vol met flamingo’s. Het ene badpak heeft cups die versierd zijn met flamingo’s (dat roze strikje haal ik eraf) en laten we nou naar een eiland gaan waar de flamingo een soort nationale vogel is! Het andere badpak heeft een junglemotief met hier en daar een roofdier. Ik bestel ook een royale pareo met luipaardprint. Meer heb ik daar niet nodig. Het heerlijke van via internet bestellen is dat ik nooit meer in een pashokje hoef, met verkoopsters die ongevraagd hun hoofd om het gordijn steken om te vragen of ‘het lukt’.

 

 

 

Daar komen de badpakken, in een neutrale zak. De grootste maat zit me als gegoten. Die van een maat kleiner niet. Tenzij ik nooit meer adem. Als ik vier kilo loos, dan zit de kleinste precies goed. Dat weet ik uit ervaring. Man, die op zo’n moment sterk doet denken aan een ‘lukt het?‘-verkoopster,  vindt dat ik de grootste moet nemen. Grrrr. Hij gaat boodschappen doen en komt thuis met chocoladeletters K, T en B. Waarom in vredesnaam K, T en B? De K van Kilo’s en Klein, de T van TE klein en de B van Badpakken en Billen, zegt hij.

 

Toen ik vanochtend de krant haalde, zag hij dat op zijn telefoon, met beeld. Jullie weten dat ik dat altijd even snel in mijn onderbroek doe hè? Kom ik weer binnen, hoor ik hem door de speaker keihard dit zingen: ‘Meisjes met dikke billen… daar gaan de buren… hard van gillen.’ Oh jongens, wat ben ik toch weer stom. Ik stuur de grootste maten dus terug. Nu moet ik wel. Iedere keer als ik langs die vermaledijde letters kom, breek ik er een stukje af. Maar ik heb nog acht weken. Een pond per week. ‘Eraf of eraan?’ vraagt man steeds. Ik eis dat hij ophoudt met verleidingen het huis binnen te slepen. Hoewel? De letter I dan? Dat is de kleinste. De I van Iets is beter dan Niets.

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel