Wieke zou graag een slurf hebben

 

Wieke komt t.z.t terug als een olifant. Dat is afgesproken, want de olifanten moeten blijven. Dan kan ze zich er fijn mee bemoeien. 

 

 

Mag ik het nog heel even over olifanten hebben? Mijn favoriete dier. Als ik terugkom op deze aarde, dan graag als een olifant. Met zo’n fijne slurf voor als ik jeuk op mijn rug heb. Daarmee zoenen, aaien en krabben ze elkaar, zo zoet. Hun geheugen is benijdenswaardigs. Al eeuwenlang struinen ze dezelfde routes af in hun leefgebied. Die kennis gaat over van ouders op kinderen. Kom daar eens om bij mensen. Mijn overgrootvader zal ook wel weggetjes in zijn polder hebben geweten, maar dat is nu een golfbaan.

 

 

 

Op het ogenblik is er veel te doen over de regering in Botswana. Daar zijn te veel olifanten en ze vertrappen de maisvelden. Als je oogst wordt vernield en opgegeten, wil je maar één ding: weg met die beesten. Hier in South Luangwa pakken ze dat slim aan. Een olifant, zo liet onderzoek zien, heeft een hekel aan chilipepertjes en helemaal aan de geur ervan. De mais, stapelvoedsel in Zambia,  wordt opgeslagen in grote containers van cement, met daarop een stenen deksel. Op die deksel liggen de gehate pepertjes. Zo is het voedsel veilig. Maar voor er geoogst kan worden, moeten de velden worden beschermd. Nu is er de ‘chili blaster’, een soort geweer met kogels van pingpongballen. Daarin zitten de pepertjes. Als je die afschiet op de Akela van de kudde, ontploft de bal op haar huid (dat doet geen pijn), en de pepersmurrie veroorzaakt irritatie op haar huid. Dat gaat over en richt geen schade aan. Zo bedenkt de Akela zich wel tien keer voor ze nog een keer een maisveld ingaat en de rest van de kudde gehoorzaamt haar meestal. Ook stroomdraden houden de olifanten tegen. Een klein schokje schrikt genoeg af. De bevolking snapt dat de olifanten belangrijk zijn voor het toerisme, en nu ze worden geholpen om hun oogst veilig te stellen, blijven ze met hun eigen jachtgeweren en akelige stroppen van de dieren af.

 

 

Bovendien verbouwen de boeren nu graag chili, waar ze meer geld voor vangen dan voor bijvoorbeeld katoen, wat ook nog eens een vervuilend product is voor de omgeving. De Zambiaanse maatschappij Rivonia koopt de pepers op. Nu eens geen Chinezen, die overal in Afrika te vinden zijn waar geld te halen valt.

 

 

Vanochtend, toen we rond zeven uur wakker werden van de olifanten die om onze tent scharrelden, realiseerde ik me weer eens hoe jammer het zou zijn als straks nergens meer olifanten te zien zouden zijn. De dieren hebben een groot leefgebied nodig. Zoals het hier in South Luangwa is geregeld, laat zien dat het kán: mens en dier in harmonie laten leven. En je weet het maar nooit: als jullie over pakweg dertig jaar een leuk olifantje zien in South Luangwa? Dat zou ik zomaar kunnen zijn! Zeg nooit nooit.

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel