Wieke wil een fonteinjuffrouw

 

Je gaat voor breekzand (om loszittende stenen en tegels weer vast te zetten) naar het tuincentrum, en je vindt de fontein van je dromen…

 

Je gaat voor breekzand (om loszittende stenen en tegels weer vast te zetten) naar het tuincentrum, en je vindt de fontein van je dromen.

Wie wil deze fontein nou niet? Op de rand van een bak water zit een vrouw continue water uit te spugen. En ja, dat vind ik dus leuk. ‘Ik wil hem écht heel graag hebben’, zeg ik tegen Man, die de kar met tien zandzakken meezeult. Hij zegt dat ik stapelgek ben en dat die achterlijke fontein er niet in komt. Nu niet en nooit niet. En dat hij bang is dat, als dit plan doorgaat, er misschien ook nog tuinkabouters bij komen. Dat hij, als hij dit vroeger had geweten, nooit met mij getrouwd zou zijn. Hij sjokt door met ons zand, en ik maak een foto van de fontein. Achter mij staat een echtpaar ook naar de water brakende vrouw te kijken en vol afgrijzen zegt zij: ‘Dit meent u toch niet echt?’ ‘Om de dooie dood wel!’ zeg ik. En maak nog een paar foto’s. Ze lopen door. 

 

Ik vraag hem gewoon voor mijn verjaardag. Of nee, dat duurt te lang. Voor Sinterklaas. Of gewoon zomaar, als mensen vragen: waarmee kunnen we jou nou een groot plezier doen? Met een beetje fantasie zou je je kunnen voorstellen dat je de fontein laat lopen op witte wijn. Hoef je er alleen maar even onder te gaan hangen. En dat die vrouw dan ladderzat in de fontein valt en de hik krijgt. Dat moet te programmeren zijn. En als er mensen langskomen die je niet zo heel leuk vindt, doe je er Rivella in. Het engste drankje onder de zon. In de winter erwtensoep. O nee, dan slibt die vrouw dicht. Warme chocolademelk, dat is beter en dat warmt lekker op.

 

Ik denk aan de vogels die elke dag komen badderen in de grote bak met water voor het raam van mijn werkkamer. Ze kunnen dan voortaan douchen onder de straal die mijn fonteinjuffrouw uitkotst. Wat zal het daar een pretpark worden. Ongekende mogelijkheden zie ik voor me. Ik moet en zal hem hebben. Mijn telefoon gaat. Man. Hij staat bij de kassa met zijn zand, waar ik blijf. ‘Ik ben die fontein aan het kopen’, app ik terug. Het antwoord komt meteen: ‘Voor deze ene keer zou ik het fijn vinden als je liegt.’ Maar of ik nu als de bliksem kom, want hij krijgt die zakken niet in zijn eentje mijn auto in.

 

 

Ik zwaai nog even naar mijn aanstaande fonteinjuffrouw. Want o, wat is ze toch leuk. En dan ook nog een kikker erbij, met een hengel. Is voor haar ook gezellig, want wie weet, wordt het na een zoen een prins. Goed. Je kunt niet alles hebben in het leven. Tien zware zakken zand zijn ook heel fijn.

 

Ben ik een paar dagen later teruggegaan voor die fontein? Woehaha, natuurlijk niet. Maar Man dacht echt dat ik het meende en dat was het grootste succes van deze dag. Als ik die fontein zou krijgen? Dan gooide ik hem natuurlijk kapot.

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel