Wieke kreeg ruzie tijdens haar vakantie

 

En wel met een Nederlands stel. Wat vind jij, had ze gelijk?

 

 

‘Kijk, hier weten ze tenminste hoe je die lui aanpakt,’ zei ik op dag één van onze vakantie op dit leuke eiland (Curaçao, voor degenen die nu binnenzappen). Bij de handdoekenbalie staat namelijk een groot bord, dat het verboden is om met je handdoek of persoonlijke bezittingen een stretcher te reserveren. Hartstikke mooi. Eindelijk niet meer zoeken naar een plekje, maar gewoon in alle rust kiezen waar je het prettigst ligt.
 
Nou, echt niet! De stretchers liggen vol met handdoeken en tassen en de eigenaren van die attributen zitten te ontbijten. Of ze zijn winkelen en komen pas ’s middags terug. Het management zou moeten ingrijpen, maar dat gebeurt niet. Het is druk in het hotel, er zijn meer gasten dan stretchers en tsja, dan ontstaat er een run. Wij weigeren om eraan mee te doen, dat gaat ons echt te ver. Dan herinner ik me een verhaal van Franska, die met een styliste werkte op een Canarisch eiland. Die styliste zag ’s morgens vroeg al die handdoeken op de bedden liggen en gooide ze allemaal op een grote hoop. Oooo, durfde ik dat maar! Steengoede actie. Ik was er graag bij geweest.

 

Maar ja, ondertussen hebben wij elke dag wel een plekje, alleen niet van het prettige soort, nooit onder een parasol. Gisteren hadden we geluk, na de lunch. Twee lege stretchers onder een flinke palmboom. Komt er een Nederlands echtpaar aangestoven: ‘Hier zitten wij altijd, nogal onbeschoft dat jullie hier nu zomaar zitten!’ Pardon?? ‘Er lagen geen handdoeken, dus dan zijn ze vrij,’ zeiden wij. ‘Die waren wij net aan het omruilen, wegwezen dus graag.’ ‘Ik dacht het niet,’ sprak ik en de adrenaline spoot door al mijn aderen. ‘Jullie hebben echt wel gezien dat wij hier al een week zitten! Moet ik de manager halen?’ Dreigde mevrouw. ‘Dat zou ik zéker doen,’ adviseerde ik. Ze dropen af en die manager hebben we natuurlijk niet gezien. Het echtpaar wel. Vanochtend bij het ontbijt (we zouden echt dood zijn geweest, door die blikken), vanmiddag bij de lunch (weer een bijna-dood-ervaring) en daarna zaten ze op het strand naast ons de ene sigaret met de andere aan te steken. Een handdoekenergernisje overleef je wel in je vakantie, maar dat gerook? Waarom moet ik andermans viezigheid inademen? Daar had ik ook een punt van kunnen maken, maar we vonden het verstandiger om verderop te gaan zitten.  Roept die handdoeken-Truus ons achterna: ‘Wij zijn zeker te min voor jullie hè? Rot lekker op dan!’ Nou ja! ‘Dat u uw longen wilt asfalteren is uw zaak, maar ik houd de mijne liever schoon,’ zei Man vriendelijk. Nog twee dagen, dan gaan we naar huis. Zul je zien dat ze in ons vliegtuig zitten. Naast ons. Man weet al wat hij dan zegt: ‘U bent uw handdoek zeker vergeten?’

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel