Wieke heeft een vieze zak
Tenminste, dat vindt Carmen. Wieke heeft daar heel andere ideeën over. Misschien ben je het wel met haar eens…
Ik ben op de markt en hup, daar wordt mijn groene kool weer in een ‘plastic’, zoals men hier de zakjes noemt, gewurmd. De kool is gigantisch, dus de zak scheurt. Geen nood, nieuwe zak. Dan zou ik denken: pak een groter zakje troela! Maar dat doet verkoopster Carmen niet. Zelfde formaat zakje en dat scheurt opnieuw. ‘I don’t need a plastic’, zeg ik, met een lach, want anders is het ondankbaar. Ik heb een nylon tasje bij me, van dochter gekregen. Zo handig. Daar gaat de kool in. Tomaten en uien ook graag. En ja hoor, in ‘plastics’. Ik houd mijn handige tasje open, zodat de boel erin gestort kan worden. Het zint Carmen voor geen meter. Dat is toch vies, alles bij elkaar? Uh, nou… Ik weet wel viezere dingen te bedenken.
Dat alle gebruikte plastic spullen op een hoop worden gegooid bijvoorbeeld. En in de fik worden gestoken, zodat de smerige rook op je longen slaat. Wat moet je anders in een land waar het vuilnis grotendeels nooit wordt opgehaald? Ik zeg er weleens wat van en dan krijg ik het onvermijdelijke commentaar: ‘Als we het laten liggen, krijgen we allemaal cholera en tyfus’. Ja, en door dat affikken een longaandoening.
In andere Afrikaanse landen, zoals Kenia, Rwanda en Uganda, is de plastic zak in de ban gedaan.
Jongetjes die plastic zakken verkochten, zaten ineens zonder werk. Een nadeel, maar de voordelen wegen er toch echt tegenop. Die soep in de oceanen is al groot en ellendig genoeg. In dit deel van Zambia leidt de plastic zak meerdere levens. Je ziet ze regelmatig voorbijkomen als regenkapje, schooltas en vuilniszak (die dan weer vol op straat wordt gegooid) Bij buurtsuper Blue Moon krijg je voor tien snoepjes (per stuk aan te schaffen) een plastic zakje. Als ik er wat van zeg, sust Michael van Blue Moon: ‘ach madam, die plastic zakjes van ons kunnen helemaal niet bij de Oceaan komen, veel te ver!’
Boodschappentassen zijn volop verkrijgbaar, maar worden door de meeste mensen gebruikt om thuis hun kleren, dekens en andere textiel in op te bergen. Dan kunnen spinnen, motten en kakkerlakken er niet bij. Ik kan zaken als ‘wat doe je met je huisvuil’ niet oplossen. Het wachten is op een minister die het lef heeft om de zakjes te verbieden. Toch blijf ik zwaaien met mijn boodschappentas, waarop het meisje met de parel staat afgebeeld. Er wordt al likkebaardend naar gekeken, omdat het tot de bevolking doordringt dat we Zambia binnenkort verlaten. Maar dit tasje blijft bij mij. En mijn lapjestas ook.
Wieke Biesheuvel is columnist bij Libelle, schrijft boeken, woont in Zambia en helpt de plaatselijke bevolking met medewerking van haar vriendinnen hier aan waterputten.