Wieke heeft allemaal beestjes in huis
 

Ineens bevolken ze ons huis. Zilvervisjes. Ze doen niks bijzonders, behalve aanwezig zijn. En dat ‘niks’ roept bij mij de vraag op: waarom zijn deze schepsels op aarde?

 

Ineens bevolken ze ons huis. Zilvervisjes. Ze doen niks bijzonders, behalve aanwezig zijn. En dat ‘niks’ roept bij mij de vraag op: waarom zijn deze schepsels op aarde?

 

Een rondje op internet levert niet veel op, behalve meningen van mensen die het ook niet weten, maar wel een mening hebben. Dat is iets wat bij mensen hoort en wat je dagelijks merkt: je weet niks, maar je zegt er natuurlijk wel iets over. Geldt ook voor mij hè, dat jullie niet denken dat ik het raadsel zilvervisjes – of andere raadsels – haarfijn heb doorgrond.  Ik las dat ze in wezen nutteloos zijn. Ze voeden zich met ‘organisch’ materiaal. Wat dat is, stond er niet bij. Misschien wel huidschilfers of zo, dus ging ik aan de gang met de stofzuiger. Alle kieren en gaatjes nam ik mee.

 

Sla ik ’s avonds het dekbed open… liggen er twee doodstil in mijn bed. Ik ben het een en ander gewend uit Zambia. Een muizenfamilie in de kledingkast, gezellig in een kapot geknauwde onderbroek, midden in de nacht een gekko op mijn blote been (daar moest ik best van gillen), mierenoptochten in de keuken, een vleermuis in de kamer en kakkerlakkenbaby’s waar je maar keek, dus die zilvervisjesuitbraak moest ik te lijf kunnen. Ze planten zich snel voort, las ik ook. Dat recht hebben ze, net als elk ander schepsel. 

 

Al googelend op ‘het nut van zilvervisjes’, kwam ik uitspraken tegen, waar ik toch van stond te kijken. Onder andere deze: wat is eigenlijk het nut van mensen? Die doen ook niets, waarmee de aarde als planeet iets opschiet, qua voortbestaan. Een simpele waarheid als een koe. Had ik best zelf kunnen bedenken. Een schepsel ontstaat en wil groeien. Daarom wil het schepsel eten. Een zilvervisje eet papier, las ik ook. Dat is minder. Ik moet er niet aan denken dat ze mijn boeken opeten, of mijn oude dagboeken en brieven. Dus wil ik van ze af. In mijn bed… grrr… wat zoeken ze daar? Die twee visjes bezorgen me uren werk. Bed afhalen. Bed verschuiven. Alle naden uitzuigen, beddengoed wassen op 60 graden. Zouden ze ook in de andere bedden zitten? Ja!  

 

Bij de drogist koop ik vallen. Simpele dingetjes van karton, je vouwt ze in elkaar en ze zijn van binnen besmeerd met stroken lijm. Ik zet er twee onder het bed. De volgende dag zitten er wel dertig in. De makelaar, die nog even poolshoogte in huis neemt, zegt: ‘Wég met die visjesvallen, anders denken kijkers dat je huis niet deugt.’ Wedden dat die kijkers ze thuis ook hebben? Ik schuif ze onder het bed. Daar kijken ze vast niet. En als ze dat wel doen, verdienen ze ons huis niet. Nergens op het hele internet vind ik iets over het nut van zilvervisjes. Ik druk er af en toe eentje dood. Flinterdun zijn ze. Stel dat ze gevonden zouden worden op Mars, dan zou dit nieuws dagenlang de media aan de gang houden. Zou ik ze met rust laten, wellicht ontwikkelen ze zich dan over een miljard jaar tot enorme dinosaurussen. Dat kan alleen als wij, mensen, uitgestorven zijn. Wij zijn zo gevaarlijk voor alle dieren. En toch koop ik een spuitbus. Geen aanstaande dino’s in mijn bed! 

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel