Wieke haat kletsen om de klets

 

Een Volkskrant Magazine vol over kletsen om de klets ligt voor mij. In het Engels: small talk. Oftewel: hoe ouwehoer je over niks?

 

Want soms moet dat en het schijnt een hele kunst te zijn. Volgens mij is het een eitje, praten over niks. Dan hou je óf je mond, omdat er niets te melden valt, óf je barst los over in wezen onbenullige dingen. Ik denk dat kletsers-om-de-klets niet tegen stiltes kunnen. En al helemaal niet tegen pijnlijke stiltes.

 

Zal ik de pijnlijkste stilte uit mijn verleden opdiepen?  Ik werd tweeëntwintig en had een nogal dominante verloofde. Mijn jaarclub kwam langs en jongens met wie ik in onze kerk altijd cabaretjes deed. Daar zat die verloofde ineens tussen, als een soort koekoeksjong. Hij kende niemand en mijn vrienden keken naar hem alsof hij van de maan kwam. Veel afkeurend gluren over en weer, en veel stiltes. Ik wilde zo graag dat ze allemaal opdonderden, zodat ik naar bed kon met een zak over mijn hoofd. Toen zei verloofde iets wat hij zelf heel grappig vond: ‘Mag ik een mes?’ Vragende blikken. ‘Dan kan ik de stilte even doorsnijden.’ Te erg. Kletsen om de klets van het allerergste soort. Niemand lachte. Het benoemen van die stilte hakte er diep in. De verloofde heb ik de deur gewezen, vrij kort na die vreselijke verjaardag.

 

Ik geloof zeker dat er verlegen mensen zijn die het fijn vinden als iemand iets tegen ze zegt. Dat doe ik graag, als ik zie dat iemand er verloren bij staat op een feestje. Maar wat heb ik een hekel aan zinloos gepraat waar ik niet om vraag. Voorbeeldje doen? Een wachtkamerscène in het ziekenhuis: tegenover mij zit een vrouw die mij hoopvol aankijkt. ‘Heet hier hè?’ ‘Valt wel mee’, vind ik. ‘Ik heb het al zo heet en dat komt door de overgang.’ ‘Vervelend!’ leef ik mee. Vervolgens krijg ik alle ziektebeelden toegediend. Reuma, open been, trombose, waarschijnlijk ook suiker en haar hart slaat vaak op hol. Dat ze dolgraag haar complete medische verleden en toekomst met mij wil doornemen, is duidelijk. Maar ik wil dat niet! Ik zie die vrouw nooit meer, wat moet ik met al die gedetailleerde informatie? Ik voel me dan verbaal gegijzeld. Ik kan niet weg uit die wachtkamer, want ik moet de dokter nog spreken. En het gesprek omleiden naar iets onschuldigs als de reuzenpanda’s die geen zin hebben om te paren, lukt echt niet. Ik denk dat ze dan zou zeggen dat zij ook nooit zin heeft. Nou, haar man al helemaal niet, vermoed ik. Die heeft ze, want hij zat erbij. Zwijgend.

 

Mijn man zegt dat het aan mijn lichaamstaal te zien is als ik geen zin heb om te praten. Waarom ziet hij dat nou wel en alle andere mensen niet?

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel