Wieke doet niet aan goede voornemens

Wieke’s ouders hadden totaal tegenstrijdige opvattingen over de door haar uit te voeren goede voornemens. En daarom worden dit Wieke’s goede voornemens van dit jaar…

 

Een altijd terugkerend gespreksonderwerp op oudejaarsavond, vroeger bij ons thuis: ‘En… Wiek, wat heb jij je voorgenomen om het komend jaar anders te doen?’ Mijn ouders hadden dan allang bedacht wat halsstarrige Wiek in het volgende jaar te doen stond aan goede werken. Betere cijfers voor wiskunde halen bijvoorbeeld. Ik had me na vijf wiskundelessen in de brugklas voorgenomen om dat vak te boycotten, omdat ik er mijn verdere leven toch niets aan zou hebben. Aan dat voornemen heb ik me strikt gehouden. De vraag irriteerde me ieder jaar opnieuw. Als ze het zelf zo goed wisten, waarom vroegen ze het me dan? Toen zei je niet tegen je ouders: ‘zak er lekker in!’ Die uitdrukking was er nog niet. Maar ik zou dat gezegd kunnen hebben als ik het had gedurfd.

 

Nog zo eentje (ik ga nog even door hoor, want het klaagt hier altijd zo lekker): ‘En… Wiek, als je voortaan eens op tijd naar school ging?’ De straffen voor te laat komen waren niet te tellen. Er gebeurde onderweg altijd van alles. Ik wachtte op de hoek totdat de leuke jongen, die op een andere school zat, eindelijk voorbij fietste, dan kon ik hem passeren en achteloos ‘hoi’ zeggen, in de hoop dat hij met me mee zou fietsen. Bij de spoorbomen stond altijd een enorme klont scholieren en die jongen en ik kletsten dan net zo lang tot die bomen wéér dicht gingen. Wat was er belangrijker, zo vogelde ik voor mezelf uit, dat ik een spannend sociaal leven had, of op tijd op school verscheen? Nu zou ik niet eens meer weten hoe die jongen heette. Maar toen was het een belangrijke kwestie.

 

Mijn ouders en ik hadden totaal tegenstrijdige opvattingen over de door mij uit te voeren goede voornemens. Dat ze het dan toch elk jaar weer probeerden hè? Goed bedoeld natuurlijk, want je zult mij maar moeten opvoeden. Dat moet best lastig zijn geweest. Een heel erge was deze: ‘wees voortaan wat liever voor je broertje’. Jaja. Ze moesten eens weten wat hij me allemaal flikte. De allerergste: ‘neem een voorbeeld aan Ria!’ Ria was een buurmeisje dat op een hinderlijke manier alles in haar leven goed deed.

Als ze met haar moeder bij ons op bezoek was, en ik kwam binnen met de trotse melding dat ik een zes voor Frans had, dan lijsde Ria dat zij liever negens had, want dat stond mooier op haar rapport. En ze ving er meer geld voor, maar dat zei ze er niet bij. Mijn moeder zei dan: ‘luister maar goed naar Ria!’ Waar Ria bij was ook hè? Grrrr. Draai zo’n zes om en het is een negen.

 

Op de verjaardagskalender van Loesje, die bij ons op de wc hangt, staat dit bij januari: WIJK AF… SPRING OP… DANS DOOR. Dat deed ik altijd al, dus daar ga ik mooi mee door. Gezellige oudejaarsavond allemaal en neem je voor je niets voor te nemen! Dikke kus van mij.

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel