Wieke wil niet doem­denken

 

Help jij es…’ verzoek ik Man, ‘ik zoek een onderwerp voor een stukje dat niets met corona te maken heeft’.

 

Hij noemt idiote dingen op, waarmee ik gegarandeerd Nieuwsuur haal, maar ook mijn ontslag in gang zet. En omdat ik zelf evenmin een onderwerp weet, ga ik buiten in de zon zitten. Het is lastig om iets te vinden dat niet met een C begint. 

 

Net als je denkt dat je die zon nooit meer terugziet, is hij daar ineens. Nog wat waterig, net zoals vele Nederlandse neuzen. Gratis vitamine D. Ik denk aan onze kinderen. Dochter en jongste zoon werken buiten de deur. Dochter is verpleegkundige. Ineens is daar onze nationale waardering voor mensen die in de zorg werken. Waar was die eigenlijk eerst? Toen ze ook overwerkten en hun benen uit hun achterste liepen om patiënten goed te verzorgen? Dochter en haar collega’s moeten nu niet één tandje bijzetten, maar een heel gebit. Je mag toch hopen dat straks, als deze storm enigszins is gaan liggen, al deze mensen met ‘vitale beroepen’ eindelijk de opslag krijgen die ze verdienen. Zonder dat ze daar weer de straat voor op moeten. Schoondochters werken thuis, evenals oudste zoon. Met een paar kleuters en een baby om ze heen is dat lastig. 

 

Ik wil naar ze toe, maar ik ben boven de zeventig. Aanvankelijk dacht ik nog, toen ik dat getal las: mwah, dat gaat dus niet over mij. Echt wel. Daar zit ik dan. Wat een bizarre gewaarwording om niet te kunnen gaan en staan waar ik wil. ‘Niet komen,’ appt dochter, ‘ik loop hier tussen patiënten rond en ik wil niet dat jullie nu ziek worden.’ Zou dit betekenen dat we elkaar maanden niet kunnen zien? Want dat virus is echt niet over een maand weg. ‘Afvlakken’, is de boodschap, zodat de zorg niet overbelast wordt. De speech van premier Rutte is helder. 

 

Slik. Mijn kinderen lang niet zien. Bah. Maar dat hebben we eerder meegemaakt, toen we zes jaar in Zambia woonden en twee keer per jaar naar huis gingen. Zambia… daar zijn nog geen besmettingen, maar je kunt erop wachten. Wat daar dan zal gebeuren, in een land met een wankele gezondheidszorg, veel hiv-infecties en nauwelijks IC-bedden? Mijn buurvrouw van toen appt jubelend dat er ‘thank God’ een middel is gevonden: 8 tenen knoflook koken en het kookwater opdrinken. Heeft ze van een Chinese dokter op internet. Ik tik terug dat dit onzin is, maar baat het niet, dan schaadt het niet. Ik maak me zorgen om Afrika, om de toestand in Nederland, om onszelf. Maar ik prijs me gelukkig dat ik hier woon en een tuin heb. Ophouden met doemdenken, ga je zegeningen tellen, Biesheuvel! Ik pluk blauwe druifjes in de tuin, zuig wat zon op en zal vanavond een glas wijn drinken met Man. Kleine genoegens in bizarre tijden.

 

 

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel