Iedere dag is voor hem een beproeving

 

Een paar maanden geleden is Marcel, de man van Wilma, ontslagen. Sindsdien zit hij lusteloos op de bank. Tot grote ergernis van Wilma…

 

‘Als ik na een lange werkdag thuiskom zit Marcel op de bank televisie te kijken. De Tour de France is bezig en hij zit er helemaal in. Op tafel staat de ontbijtboel van vanmorgen nog te wachten om afgeruimd te worden. Zelfs de melk is niet in de koelkast teruggezet. Achter de bank staat de strijkplank met de was. De handdoeken en de sokken liggen ongevouwen in een mand ernaast. Zuchtend wil ik de ontbijtborden in de vaatwasser zetten, maar die zit vol met vuile vaat en heeft nog niet gelopen. En opeens ben ik het helemaal zat. 

 

Een paar maanden geleden is het bedrijf waar mijn man werkte failliet gegaan. Na zesentwintig dienstjaren stond Marcel opeens op straat. In eerste instantie dacht hij nog dat hij vrij snel weer aan het werk zou zijn, maar dat liep toch anders dan hij hoopte.

 

Inmiddels ben ik eraan gewend dat hij iedere dag thuis is. In het begin vond ik het zelfs fijn. We staan samen op, ontbijten en dan ga ik naar mijn werk. Maar als ik ’s avonds thuiskom kan ik helaas niet lekker aanschuiven omdat Marcel gekookt heeft of de was heeft gedaan. Hij zit dan nog net zo passief op de bank als toen ik ‘s ochtends wegreed.

 

Op de een of andere manier drijft hij steeds verder weg in zijn eigen wereldje. Hij solliciteert veel en besteedt daar heel veel tijd aan, maar ik kan me niet voorstellen dat hij daar nu een dagtaak aan heeft. Hij kan toch wel een keer proberen om te stofzuigen of om de badkamer een beurt te geven?

 

Al jaren werk ik in de zorg en dat is fysiek erg zwaar. Vanwege de bezuinigingen komen er steeds meer taken bij en als ik dan ‘s avonds thuiskom ben ik gewoon heel erg moe. De afgelopen jaren deed ik altijd het huishouden ernaast. Marcel werkte vaak lange dagen waardoor het grootste deel van de taken in huis op mij neerkwam. Dat was nou eenmaal zo en het moest gebeuren. Maar nu hij hele dagen thuis is, valt het me zwaar dat hij geen initiatief toont om eens wat meer in huis te doen.

 

 

Iedere dag is een beproeving voor hem. Hij vindt het steeds moeilijker om met de afwijzingen om te gaan. Ik heb zelfs het idee dat hij depressief aan het worden is. Maar als ik hem dan voorstel om eens met de huisarts te gaan praten, wordt hij boos. Er is niks met hem aan de hand. Hij wil gewoon weer aan het werk.

 

Inmiddels wil ik ook niets liever dan dat. Niet omdat ik het niet gezellig vindt dat hij thuis is, maar vanwege zijn passieve houding. Hij wil niks en hij doet niks. Behalve de hele dag voor de televisie zitten. Naast die paar sollicitaties die hij per dag schrijft komt er weinig uit zijn handen. Echte hobby’s heeft hij niet, daar had hij de afgelopen jaren weinig tijd voor. En zijn vrienden zijn overdag natuurlijk gewoon aan het werk. 

 

Als ik de vaatwasser met een klap dichtdoe, kijkt hij me verbaasd aan. Als hij vraagt wat we vanavond eten zeg ik hem dat hij dat maar eens zelf moet verzinnen. Ik pak mijn jas en loop de deur uit. Marcel blijft verbouwereerd op de bank zitten.’

 

 

Wilma’s naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.