Wat zou jij meenemen als er morgen brand uitbreekt in je huis? Daar ging het over die avond. Waar het wel zo’n beetje op neerkwam, was dat sieraden en kunst het wonnen. Een ring die nog van oma was geweest; een hanger gekregen van een vriendin die er niet meer is; een schilderij dat geen stuiver waard was, maar waar ze desondanks heel erg aan gehecht was; een schilderij dat juist heel erg veel waard zou zijn; een beeldje van Kees Verkade, gekregen voor hun vijfentwintigjarig huwelijk, en voor één iemand haar tweede trouwjurk.
Mijn keuzes: Maria en een slacentrifuge
En jij? Ik zei dat ik alleen mijn Mariabeeld en de slacentrifuge van mijn moeder zou meenemen. Die Maria, hoewel lang niet iedereen daar iets mee heeft, werd nog wel begrepen. Want wie kende nou niet het verhaal dat ik haar zo’n veertig jaar geleden, na een hele lange zoektocht tot aan Belgische kloosters en Franse antiquairs aan toe, notabene een paar straten verderop vond, en dat de sokkel die ik speciaal voor haar liet maken drie keer zo duur als zijzelf was? Wie wist er nou niet dat ik sindsdien elke dag een kaarsje aan haar voeten brand en dat ik bij het aansteken ervan even stilsta om te gedenken of te danken of om troost of kracht te vragen?
De emotionele waarde van een slacentrifuge
Maar een slacentrifuge? Come on Brigitte! En toch heeft de slacentrifuge van mijn moeder bijna een vergelijkbare emotionele waarde voor me als Maria. Want dankzij die slacentrifuge zie ik nog steeds voor me hoe mijn moeder met een krop sla uit de moestuin in haar ene hand en het schilmesje waarmee ze de krop had geoogst in haar andere hand, onze woonkeuken binnenwandelt. Op het blauwstenen aanrechtblad werden alle slechte blaadjes eerst heel secuur verwijderd voordat de mooie exemplaren in een bad van zoutwater te weken werden gelegd. ‘Tegen het ongedierte’. Pas na een paar uur weken kwam dan de slacentrifuge in beeld. Telkens als mijn moeder hem aanzwengelde, zei ze hoe handig hij was. Want voor de tijd van de slacentrifuge moest ze de sla in een theedoek knopen om die vervolgens buiten net zo lang rond te zwieren totdat de sla enigszins droog was.
Dus mocht er morgen brand uitbreken – wat vast niet gebeurt – dan weet ik wat ik in de gauwigheid nog meegris.