Wat vertel je je vrienden wel en wat deel je niet
Margreet is gewend om veel te delen met haar vriendinnen, maar ze ontdekt dat dat dus helemaal niet hoeft
‘Veel van m’n vrienden en de mensen om me heen weten niet eens dat ik zo’n zware operatie heb gehad’, vertelt m’n vriendin tussen neus en lippen door. Aanvankelijk kijk ik haar vol verbazing aan. Hoe is het mogelijk dat je iets wat zo’n enorme impact op je heeft niet deelt met je vrienden?! Maar als het wat indaalt, snap ik wel waarom. Als je vertelt over je narigheid, zal iedereen daar de komende tijd wat van vinden, ernaar vragen en z’n medelijden tonen. Ik weet nog dat ik kort na het overlijden van m’n moeder iemand tegenkwam die me met tranen in de ogen van medeleven stevig aan haar hart drukte. Ik had op dat moment heel erg géén behoefte aan een knuffel, en al helemaal niet van haar. Het voelde te intiem.
SOMS IS HET HEEL PRETTIG ALS NIET IEDEREEN ER TELKENS OVER BEGINT
Narigheid, in welke vorm dan ook, maakt je, gedeeld met anderen, behoorlijk kwetsbaar. Een kwetsbaarheid die je, ook tegenover vrienden, niet altijd wilt tonen. Bovendien maakt narigheid je tot een speelbal van de empathie van anderen. Hartstikke goed bedoeld natuurlijk – dat is het erge – maar er zijn momenten dat je daar gewoon geen zin in hebt. Ben jij net lekker de draad van het normale leven weer aan het oppikken, komt vriendin spuit elf met haar overbezorgdheid op de proppen. Soms wil je even vergeten, soms wil je even meer zijn dan die ziekte, dat verdriet, en dan is het heel prettig als niet iedereen er telkens over begint.
Voor mij was de uitspraak van die vriendin een eyeopener: vriendschap is niet áltijd smart delen om er halve smart van te maken. Soms is vriendschap ook even zorgeloos je (oude) zelf kunnen zijn, zonder de waan van alledag. Sommige vriendschappen mag je ook ‘bewaren’ voor alleen maar leuke dingen.