Wat is nou eigenlijk grensoverschrijdend gedrag?
En waar ligt dan die grens?
Bij grensoverschrijdend gedrag ben je al snel geneigd om aan dickpics en handtastelijke mannen te denken – hoewel dat in de praktijk ook vrouwen kunnen zijn is dat toch niet mijn eerste associatie – en minder aan pesten op de werkvloer, opvliegerige baasjes of manipulerende bazinnetjes. En toch worden allerhande soorten van uit de bocht vliegen en over grenzen gaan samengevat onder de noemer grensoverschrijdend gedrag.
Waarom heet verkrachting niet gewoon verkrachting, wordt aanranding niet gewoon aanranding genoemd, is pesten niet gewoon pesten en intimidatie niet gewoon intimidatie? Die vraag stelde Michiel de Vries, die als hoogleraar bestuurskunde verbonden is aan de Universiteit van Nijmegen en gespecialiseerd in methoden en technieken van (integriteits)onderzoek, zich in de Volkskrant van vorige week zaterdag. Want ook als het om onschuldige dingen gaat – je arm om een collega heenslaan die verdrietig is -, krijgt iemand die wordt beticht van grensoverschrijdend gedrag een stempel waar niet of nauwelijks meer van af te komen valt.
Nu ligt de grens van het overschrijden bij ‘gedrag dat een ander niet wil’. Maar je kunt toch niet altijd weten wat een ander als prettig of onprettig ervaart? Zou de grens dan niet beter kunnen liggen bij ‘doorgaan met gedrag terwijl een ander laat merken dat niet fijn te vinden’?
‘In een organisatie is nu eenmaal hiërarchie, ook dat speelt een rol. Er zijn mensen die andere mensen beoordelen of opdrachten geven. Als je als leidinggevende een functioneringsgesprek voert, kan dat negatief uitpakken. Is dat reden om de baas te beschuldigen van intimidatie, van machtsmisbruik?’ Het hoort niet maar gebeurt wel degelijk, volgens de hoogleraar. Du moment dat collega’s met dergelijke klachten over je komen, ben je verdacht en de pineut en dan komt daar ook nog eens bij dat collega’s het recht hebben in alle anonimiteit over je te klagen, dat jou lang niet altijd verteld wordt wáár je van verdacht wordt en dat een onderzoek vaak heel erg lang op zich laat wachten – precies zo verging het voormalig Kamervoorzitter Khadija Arib. Ook als onderzoek straks uitwijst dat Arib niets te verwijten valt en dat er geen enkele reden is om haar te veroordelen, blijft ze gebrandmerkt.
‘Hoor en wederhoor is een basisprincipe in een rechtsstaat’, aldus de hoogleraar. Er wordt gezegd dat die vertrouwelijkheid ter bescherming van de melders is. Maar als een beschuldigde niet weet waarvan hij of zij beschuldigd wordt, is dat vreselijk. Bovendien kan een mens zich onmogelijk verweren tegen anonieme klachten.
De gevalletjes grensoverschrijdend gedrag zijn sinds het begin van ‘me too’ aan de orde van de dag. Het goede van ‘me too’ werd van de week maar weer eens duidelijk toen de rechter uitspraak deed in de zaak Thijs Römer. Daarnaast zijn er ongetwijfeld ook tal van twijfelgevallen en overdreven of zelfs verzonnen beschuldigingen. Voor al die gevallen is het goed dat ook grensoverschrijdend gedrag grenzen mag hebben.