Wat doen we met de kerststal?

 

 

Jongens, wat een zooitje begint het te worden. Ik zie voortdurend mensen die nu ander werk doen, en ik raak er helemaal van in de war.

 

 

Er rijdt een dj rond als postbezorger, en dat is waarschijnlijk alleen nog te horen aan het volume van de radio, maar ik verwacht toch niet dat hij hupsend aanbelt met onder zijn ene arm een pakje en zijn andere arm in de lucht. Nee, hij is gewoon keihard aan het werk.

 

En zo zijn er ook theatersterren die als hovenier op de knieën gaan, cabaretiers die opduiken als zangers, zangers die fotograaf worden, enzovoort. En soms is dat best verwarrend.

 

Toch vind ik het geweldig dat die mensen niet bij de pakken neer gaan zitten. Dat ze de guts hebben om hun applaus in te ruilen voor een paar kniebeschermers getuigt van karakter. Dat je jezelf niet te goed voelt om op een andere manier je geld te verdienen is top. En dat je jezelf als zanger nu dus nuttig maakt in de zorg, dat verdient pas écht applaus.

 

Of dat je als stewardess met je karretje door de gangen van het bejaardenhuis crost, in plaats van door het smalle pad van een vliegtuig. Dat ook! Hoewel ik in dat laatste ook wel weer voordelen zie. Je hoeft namelijk niet na het eten ook nog met je parfumkar iedereen op te lichten. Je mag gewoon gezellig een praatje maken en er huilt nooit iemand omdat hij bang is om neer te storten, tenzij de rollator is gejat. Je kunt ook slingerend door de gangpaden rijden, en je knoeit nooit bij iemand koffie in de schoot zolang er geen aardbevingen zijn. Elk voordeel heb ze nadeel, zeg maar. En voor elk mens geldt: zolang je gezond bent, kun je dus ook op een andere manier je geld verdienen. Zij verdienen in mijn ogen dus juist nú applaus, en niet pas na het landen, of na de voorstelling.

 

Maar het roept ook vragen op! Want wat doen we nu dan met de kerststal, als alle BN’ers dit jaar als vrijwilligers werken, en de vrijwilligers bijspringen in de zorg? Wie laten we dan Jezus spelen in de kerststal, bijvoorbeeld?

 

O, wacht! Trump! Die is volgens mij nu werkloos, alleen weet hij dat nog niet! Nou oké, dan zet ik die alvast in als Jezus bij het tuincentrum hier om de hoek. Hij kan zich prima inleven in deze rol, denk ik, en ik bel hem later wel voor de details. Eerst even mijn lijstje afmaken.  

 

Want wie bel ik daarna dan voor de rol van Maria? Ehhh… Famke Louise? Dan weten we tenminste waar ze is, en ook wat ze daar aan het doen is. Zij is daar dan veilig, en wij zijn veilig voor haar. Wel zo relaxed deze periode.

 

En dan weet ik ook meteen wie de ezel kan spelen. Daar bel ik Thierry Baudet voor! En minister Slob zou ik graag als wijze hebben ingezet, maar dat ga ik schrappen. Ik denk er zelfs over om de wijzen maar helemaal weg te laten, want dat wordt dit jaar lang zoeken. Ik zou daar eigenlijk de heren Gommers, Rutte en Kuiper voor willen vragen, maar die hebben het al zo druk. Dus in plaats daarvan zet ik dit jaar maar heel veel sterren in, en laat ik de wijzen maar weg. En dan geen gewone sterren, maar échte sterren hè!

 

Naast de os en de kameel – rollen die ik maar door échte dieren laat vertolken – staat elke ster die ik boven de stal hang dit jaar symbool voor iemand uit de dienstverlening. En dan vraag ik aan iedereen die langskomt om applaus voor deze sterren. Voor de sterren die er écht toe doen. De mensen die niet zeuren of schreeuwen, maar werken! Die zichzelf niet een ster wanen door raar gedrag te vertonen, maar door zich te beheersen en aan te passen.

 

Applaus voor al deze mensen! En ik wens ze nu al héél veel rust, goede gezondheid en geluk voor volgend jaar.

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke