Wat Caro betreft was deze vriendschap wel klaar zo
‘Ik zei dat ik ervoor paste om nog langer haar boksbal te zijn.’
‘Ze snapte het niet, dat ik hier niet overheen kon stappen, dat ik ruimte nodig had na onze laatste afspraak, een adempauze. De laatste keer dat we elkaar zagen was ze bot geweest – om niet te zeggen onbeschoft – en dat was niet voor het eerst. Misschien is het omdat we al zo lang teruggaan, dat ze denkt dat ik het toch wel kan hebben, dat onze vriendschap het wel kan hebben. Of omdat ze verder niemand heeft om zich bij uit te kunnen leven – ze heeft nog nooit een relatie gehad die echt ergens over ging en heeft nog nooit met iemand echt rekening hoeven houden.
Ik snap het wel, dat ik heel close ben en daarom vooraan sta om de klappen op te vangen. Maar ze was te ver gegaan, toen we elkaar vier maanden geleden zagen. Ze was tegen me uitgevallen toen ik haar hielp met koken. Het was achter elkaar dat ik moest oppassen en uitkijken, dat ik niets goed deed, niets kon. Totdat ze het mes uit mijn handen rukte en zei dat ik beter kon gaan zitten omdat het zo toch niets werd.
Was het flauw dat ik daar niet overheen had kunnen stappen? Ik legde haar uit dat dit akkefietje niet op zichzelf stond. Ik noemde de voorbeelden die er het meest hadden ingehakt. De keer dat ze in het restaurant de wijnkaart uit mijn handen rukte en net iets te hard riep: ‘Laat mij maar, dat lijkt me beter.’ De keer dat ze me de huid vol schold omdat ik een glas wijn omstootte. De keer dat ik het te druk vond om te fietsen en zei dat ik liever even afstapte: ‘Wat loop je nou weer moeilijk te doen?’
Ze vroeg of ik het nou echt nodig vond om daar wéér over te beginnen. We waren nu toch ‘gewoon gezellig’ uit eten? ‘Laat het toch gaan, mens!’ En toen ging bij mij de knop om, het doek viel. Ik zei dat ik ervoor paste om nog verder haar boksbal te zijn. Ze moest erom lachen dat ik dat zei: ‘Zo theatraal! Echt iets voor jou.’ Ik zei niets meer. Ik stond op en zei dat ze me maar een tikkie moest sturen en liet haar alleen achter in het restaurant. Toen ik mijn jas aandeed zei ik nog dat dit het echt was zo. ‘Een tikkie en daarna niets meer. Nooit!’ Ze verhief haar stem – haar beproefde manier om de regie weer terug te nemen. Toen ze zei dat ik me niet zo vreselijk aan moest stellen, werden we door iedereen aangestaard.
Buiten haalde ik een paar keer diep adem. Dit was het inderdaad. Het einde van een vriendschap van bijna dertig jaar notabene. En het enige dat ik kon voelen was opluchting!’
Caro’s naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.