Waarom zijn hoofdpersonen in romans nooit eens lelijk?

 

Nadat ik drie heksenharen uit mijn kin had getrokken en in de spiegel naar mijn gezicht keek, dacht ik: mwah, kan nog best.

 

Niet al te veel rimpels (gelukkig rook ik niet en ben ik te dik). Toch dacht ik: hoe zou het leven eruitzien als ik oogverblindend beeldig was geweest? Zou het leuker, succesvoller en gelukkiger zijn dan nu? Schoonheid is net geld: prettig als je er voldoende van hebt, maar te veel? Komen vast ongelukken van.

 

Ik kwam erop, nadat ik even een tussendoortje had gelezen van Danielle Steel. Net als Franska ben ik fan van haar. Die boeken stellen niets voor, maar patat met mayo ook niet. En toch is het allebei hartstikke lekker. Je moet er niet aan denken dat er nooit meer patat zou zijn. Zo zit het ook met Steel.

 

Danielle Steel voert haar hoofdpersonen altijd op met een fantastisch uiterlijk. En die dames beseffen dat nooit. ‘She did not realize how beautiful she was’, is een zin die in al haar boeken een paar keer voorkomt. Ook zijn ze superslank, ze kunnen zomaar een week niks eten (als het leven even tegenzit, al komt het altijd goed) en dan zijn ze nog steeds mooi. En breekbaar. En kwetsbaar. Steel is de enige niet die haar personages altijd mooi laat zijn. Veel schrijvers doen dat. Mannen zijn eveneens knap, intelligent en dan deugen ze ook nog. Ze snurken zelfs niet en je leest nooit dat ze een aambei hebben.

 

Ik zou het geweldig vinden als ik dit soort zinnen in een boek las:

  1. Ze wist dat ze lelijk was en het kon haar niks schelen.
  2. Ze bracht haar elektrische rolstoel naar de garage om hem te laten opvoeren.
  3. Ze kreeg een neusverbouwing voor haar verjaardag, maar ruilde die voor een dagje Efteling.
  4. Ze stak haar piekharen op, zodat haar flaporen beter zouden uitkomen.
  5. Ze besloot lekker geen beugel te nemen. Anders zou het appels eten veel te ingewikkeld worden.
  6. Ze zat snotverkouden tegenover de ambtenaar van de burgerlijke stand in haar tiende-hands verschoten trouwjurk, keek opzij naar haar woest onaantrekkelijke aanstaande en besloot dat er niks aanstaands zou gaan gebeuren. Wegwezen. Ze smeerde ‘m in haar (gelukkig op tijd opgevoerde) rolstoel, voordat ze iets ongekend stoms zou gaan doen.

 

Ik kan nog honderden zinnen bedenken. Cissy van Marxveldt had ooit een hoofdpersoon die allesbehalve mooi was. Hè hè, eindelijk, zou je denken. Maar Cissy stuurde haar naar een goede kapper en de tandarts. Werd ze toch nog een knapperd met glanzende blonde krullen en witte, rechte tanden. Prompt aan de man, want die zag haar ineens staan.  

 

Je zult in zulke boeken zelden een kleurloos type tegenkomen. Terwijl dat de beruchte stille wateren met oeverloos diepe gronden zouden kunnen zijn. Schrijvers die altijd maar mooie mensen opvoeren, voeden ons eigenlijk verkeerd op. Dan gaan we geloven dat je niet meetelt als je niet super-beeldig bent. Maar zolang ik in mijn achterhoofd houd dat die boeken vertekende wereldbeelden presenteren, zeg ik nog steeds ‘graag’ als Franska vraagt of ik nog een paar Steels wil. Omdat ik gek ben op tussendoortjes.

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel