Waarom verhuizen de perfecte aanleiding is om de bezem eens door je huis te halen
Over twee maanden verhuis ik met man en kinderen van de stad naar een naastgelegen dorpje. En verhuizen betekent opruimen en inpakken.
Nu hou ik enorm van opruimen. Een jaar niet aangeraakt of gemist betekent weg ermee. Heerlijk. Marie Kondo is my middle name. Het aantal dozen dat ik de afgelopen jaren naar de kringloop heb gebracht is zelfs op een paar handen niet meer te tellen en toch lijkt mijn huis nooit echt leger of opgeruimder te zijn. Wat wil je ook met drie kleine kinderen die om de vijf minuten iets anders uit de kast trekken…
Alleen daarom al kan ik me enorm verheugen op de verhuizing. Weg met al die zooi. Al die manden en kasten met friemeltjes en frutseltjes – waarvan de kinderen dus altijd keihard roepen dat dat écht niet weg mag omdat ze er zo vaak mee spelen – die eigenlijk alleen maar voor ongeluk zorgen. Want óf ik struikel erover óf ik ben continu bezig alles terug in de kast te proppen. Soms droom ik ervan een minimalist te zijn. Saai? Ongetwijfeld. Het lijkt me dus wel ontzettend handig, want het scheelt vast uren opruimen en afstoffen. En rust om je heen is rust in je hoofd, toch? Wanneer ik bijvoorbeeld ‘s avonds na een dag werken thuiskom en de woonkamer eruitziet alsof er een roedel wilde honden is losgelaten, doet dat niet veel goeds voor mijn gemoedstoestand.
Goed, waar was ik gebleven. Opruimen dus. Ja het duurt dan nog wel even maar ik ben nu al met een bezem door het huis aan het gaan. Van kast naar kast, kamer voor kamer, van boven naar beneden. Bij ieder item dat ik tegenkom vraag ik mezelf hardop af: does it spark joy? Oftewel: word ik er blij van? Heel kritisch kijk ik of we het echt nog nodig hebben/gebruiken/gaan dragen of dat ermee wordt gespeeld. Zo ja, dan gaat het de verhuisdoos in, mee naar het nieuwe huis. Nee betekent in de zak voor de kringloop. Want opruimen kan ik als de beste, weggooien niet.
En tijdens dat opruimen kom ik de leukste dingen tegen: oude fotoalbums, dat eerste babypakje van mijn oudste of die ene mooie schaal waarvan ik mijn man verdacht die per ongeluk aan diggelen te hebben gegooid maar die dus gewoon achterin de keukenkast lag. Zwijmel niet te lang, is mijn tip, want zo doe je er dus gerust een half jaar over om op te ruimen. Hoe leuk het ook is om weer alle herinneringen boven te halen bij alles wat je tegenkomt. Daar ben ik het helemaal mee eens.
Wat ik me ook afvraag is: wat moeten we met 14 stuiterballen? Met 28 knuffels, 9 dekbedovertrekken, oude rokjes die ik toch echt nooit meer over mijn heupen ga krijgen, studieboeken van 15 jaar geleden, 20 waxinelichthouders, 6 pakken viltjes voor onder stoelpoten en tientallen kopjes, schaaltjes, opscheplepels en wat al niet meer. Hoe opgeruimd, geordend en netjes het bij mij thuis ook soms blijkt, als je bij mij komt inpakken en opruimen lijk in een ‘hoarder’ puur sang. Ik verbaas me zelf ook als ik allemaal zie wat er uit die kasten komt. Mary Poppins met haar logeertas is er niks bij.
Het opruimen, inpakken en ordenen zelf ‘sparked’ al ontzettend veel ‘joy’. Ik krijg een enorm voldaan gevoel als er weer een paar dozen in de gang klaarstaan, voor de tijdelijke opslag of een enkeltje richting kringloop. Wat gedaan is is maar vast gedaan. Alleen al om eens echt goed je huis op te ruimen, herinneringen boven te halen en alles opnieuw te ordenen zou ik zeggen: zoek een nieuw onderkomen. Wie weet word je er net zo blij van als ik.
Ik kan niet wachten tot we meer rust en vooral ruimte hebben. Met genoeg kamers voor alle kinderen en voor opa en oma als ze willen blijven logeren en een aparte werk- en speelkamer kan mijn geluk niet op. Plus een grote zolder waar we alle zooi en verzamelingen kwijt kunnen. Spullen die nu noodgedwongen naar de kringloop worden gebracht of in de bezemkast gepropt worden bij gebrek aan opbergruimte.