Waarom kom ik hier nú pas achter?

marianne

 

Na ruim 22 jaar boodschappen doen?

 

 

 

 

Zo’n 5 jaar geleden kreeg ik echt een dikke vette burn-out. Zelfs een brood halen was me teveel. En naar de supermarkt, dat ging al helemaal niet. Al die geuren, mensen, muziek, wagentjes… Überhaupt onthouden wat waar stond was al een crime. Alleen tja, een mens moet toch eten, dus wat nu?

 

 

Ondanks dat ik mezelf een enorm luxepaard vond, ben ik toen begonnen met boodschappen laten thuisbezorgen. Gewoon, een keer per week hup alles bestellen en klaar. In het begin vond ik dat heel relax. Maar na een tijdje had ik er toch de balen van. Je wist namelijk nooit van tevoren of er iets toevallig niet leverbaar was.

 

 

Zat je dan met je taugésalade zonder taugé

Of ik plande een stevige pompoensoep met versgebakken desembrood. Kreeg ik een pompoentje aangeleverd waar zelfs de cavia’s niet genoeg aan zouden hebben. Toen ik ging verhuizen naar de Veluwe besloot ik: ik ben er klaar mee. Ik werp me wel weer in het boodschappengedruis. Goedkoper én ik kan zelf kiezen wat er in mijn mandje verdwijnt.

 

 

Maar och, wat viel het tegen. Gestreste moeders, jengelende kinderen, te voortvarende peuters die met een karretje tegen je kuiten beuken. Meer dan eens moest ik de woorden ‘voed je kinderen eens op!’ inslikken.

 

 

Normaal gesproken is mijn boodschappendag dinsdag, maar er komt iets tussen

Ik heb namelijk last minute een kennismakingsgesprek met een bedrijf in Den Haag, tegen Scheveningen aan. Vanaf de Veluwe is dat bijna 2 uur sturen. En met 4 uur reistijd op een dag, schieten de boodschappen erbij in.

 

 

Dus besluit ik dan maar na het avondeten naar de supermarkt te rijden. Ik eet wat vroeger en spring om kwart voor 7 in de auto. Zodra ik het bos uitkom valt het me meteen op: wat een rúst op de weg! Als ik even later het parkeerterrein van de supermarkt oprij, blijf ik er bijna in… Ik kan kiezen waar en ook hoe ik wil parkeren. Overdwars? Dubbel? Ondersteboven? Het kan allemaal.

 

 

Nog verbaasd loop ik de supermarkt in, waar is iedereen?

Hier en daar wandelt iemand voorbij. Maar de sfeer is ontspannen. Er wordt gelachen, in een gangpad staan twee vriendinnen te kletsen en de vakkenvuller zegt met een brede grijns: ‘Goedenavond mevrouw!’

 

 

Als ik aan een winkelmedewerkster vraag waar de bleekselderij staat, huppelt ze zo’n beetje voor me uit naar het schap: ‘Sorry die hebben we net verplaatst!’ Haar enthousiasme is aanstekelijk. Eenmaal in mijn auto kijk ik naar de auto naast me. Ik zie een klein meisje met grote blauwe ogen. Ze kijkt een beetje verdrietig. In opwelling glimlach ik en zwaai ik.

 

 

Op haar gezichtje breekt de allergrootste glimlach door en ze zwaait terug. Ook haar moeder die net nog driftig iets op haar telefoon zat te typen kijkt op, lacht en zwaait uitbundig. Met een tevreden en ontspannen gevoel rij ik naar huis. Waarom kom ik hier nú pas achter, na ruim 22 jaar boodschappen doen? Eén ding weet ik zeker; ik doe voortaan lekker ’s avonds boodschappen!

 

Door: Marianne ter Mors