Waarom je kind moet leren een feest te geven

 

Tegelijkertijd met de kwartfinales van het WK, waarvan we op het moment dat de uitnodiging verstuurd werd natuurlijk niet konden bevroeden dat Nederland het tot die ronde zou schoppen, organiseerden wij een diner ter ere van de sweet sixteen van onze jongste.

 

 

 

De dag daarvoor kreeg ik vragen als ‘hoe ga je dat doen met het voetbal?’ Een zorg die me schromelijk overdreven leek. Zo hevig leefde dat hele WK tot op dat moment nou niet bepaald in de kring van genodigden (zestien zestienjarige meisjes) en zoals de laagste kijkcijfers ooit voor een WK bewezen, ook niet bijster in de rest van het land. Het kon mijn feestkind ook niet schelen. Het diner was haar eerste prioriteit.

 

Daar was nog wel het een en ander aan voorafgegaan.

 

Waar mijn oudste jongens met plezier en voorpret naar dergelijke diners en feesten voor hun zestiende of achttiende verjaardag hadden toegeleefd, was er bij haar voortdurend twijfel. Een twijfel die tot de nodige discussie had geleid. Wat zeg ik, heel veel discussie.

 

Over de aankleding, waar ik me niet mee mocht bemoeien. Over het menu, dat weliswaar volstrekt vegetarisch moest zijn want dat was zij zelf immers ook maar wel zó dat het nog feestelijk was en toegankelijk voor ieders smaak.

 

Mijn jongens hadden alles altijd volledig uit handen gegeven, allang blij dat ze geen moeite in zoiets als decoratie of boodschappen hoefden te steken. Maar met mijn dochter moest alles minutieus overlegd worden. Op de achtergrond was aldoor de dreiging ‘dat het dan voor haar allemaal niet hoefde’. Nu zou je kunnen zeggen: mens wat kan jou het schelen, waarom moet dat kind überhaupt een feest en ben je gek dat je je daar zo in duizend bochten voor wringt?

 

Ja, zo gek ben ik. Het is mijn heilige overtuiging dat, zolang er genoeg is om dankbaar en blij mee te zijn, je iedere aanleiding moet grijpen om het leven te vieren. Een zestiende verjaardag is er zo een. Ik wilde niet dat onzekerheid of perfectionisme haar in de weg zou staan om een feestje te kunnen geven. Ik gunde haar een moment om te shinen en alle aandacht en liefde van haar vriendinnen over zich heen te laten komen.

 

Haar broer had de beslissende duit in het zakje gedaan door te zeggen dat ze niet moest piepen maar er gewoon op moest vertrouwen dat het leuk zou worden. Zijn zestiende verjaardag was een van de hoogtepunten in zijn middelbareschooltijd geweest, voor haar zou dat vast ook zo zijn. Bovendien, vond hij, moest ze leren om een feestje te geven. Die woorden had ze serieus genomen.

 

We huurden tafels, zestien white wedding klapstoelen, kraakwit linnen en servies zodat het er heel ‘echt’ uitzag. Aan die strak gedekte tafel zaten die illustere avond casual chic geklede vriendinnen waarvan de helft trouwe gedienden van de basisschool.

 

Wij mochten bedienen, af en toe een foto maken en vanuit een hoekje meegluren. Ons hondje trippelde eromheen, als het jongste zusje dat er eigenlijk niet bij mag zijn maar zo dolgraag ook van het feestje wil genieten, om alle mooigemaakte meisjes met hun lipgloss en tasjes en blote schouders te bewonderen.

 

Toen na het dessert mijn echtgenoot, samen met een paar gelegenheidsvoetbalfans, in de voorkamer keek hoe Nederland meedogenloos de oren gewassen werd, stonden de meeste meisjes om de tafels te dansen. Harry Styles, Taylor Swift, The Black Pumas en hun andere helden kwamen voorbij. Maar ook op SOS van ABBA, een van mijn lievelingsnummers aller tijden, ging het los.

 

Het Nederlands elftal was niet meer te redden, maar de avond had geen boei meer nodig.

 

Haar sweet sixteen was een daverend succes. Mijn dochter stond te stralen op haar hakken en ook ik kon mijn geluk niet op, dat moment waarop alles samen leek te komen: vriendschap, gezinsgeluk en ABBA.

 

Mijn zoon had gelijk, ze was er doorheen, ze had geleerd een feestje te geven. Een van de betere lessen in het leven.

Door: Esther Goedegebuure