Bespaar jezelf de moeite; waarom je goede voornemens toch niet werken
Ik heb niet bijzonder veel slechte gewoontes, behalve dat ik sporten haat en van chocolade en chips hou.
Wat was ik dan ook blij dat mijn jaarabonnement bij de sportschool was afgelopen: ik mócht niet meer naar de pilates! Wat een ramp! Wat een drama! Telkens was er wel een smoesje om die niet te verlengen. En nu is het al een half jaar geleden, dat ik in die downward dog bungelde, en maakt het dus niet meer uit. Kijk, ik zou het sporten best kunnen herontdekken in januari, maar de wetenschap leert mij dat dat niet nodig is. Godzijdank. Want met die goede voornemens beginnen heeft bar weinig zin, zo blijkt. Zeker in januari kun je ’t beter laten.
Ongeveer 98 procent haalt de goede voornemens niet die ze in januari stellen – al helemaal als het gaat om diëten. Dat komt omdat we gewoon denken: joh, ik wil weleens wat slanker zijn, in het nieuwe jaar. Maar we hebben geen benul van hoe we dat moeten aanpakken en daarom zijn we het rond 19 januari allang weer vergeten en hangen we weer aan de chocoladerepen. Zeker 83 procent van de mensen gelooft er nog in ook, in die voornemens; die denken allemaal dat het een succes wordt. Pijnlijk maar helaas: je kunt net zo goed wat anders gaan doen.
Wat volgens kenners als enige helpt is je doel concreet maken in plaats van heel groot. Denk als voornemen bijvoorbeeld: ik ga elke maandagavond na het werk een uur sporten. Dan kom je verder dan wanneer je alleen maar denkt: ik wil meer bewegen. Slechts 17 procent lukt het om een beetje extra af te vallen of net wat meer te sporten in een nieuw jaar, dus houd je dan aan deze regel vast. Maak je doel iets tastbaars: twee keer per week ga je wandelen, je neemt vanaf nu altijd de trap op het werk en je doet elke avond voor het slapen een minuut lang een plank naast je bed. Hop, zo maak je iets wat heel vaag is juist heel duidelijk.
Zet ‘m op, hè!