Waarom ik ieder jaar op Koningsdag toch weer een staatslot koop
Ik zit er op 27 april ieder jaar weer klaar voor. Want dan is de Koningsdagloterij en het zal je toch gebeuren dat je wint.
Ik doe al jaren mee met de Postcodeloterij. Mijn vakantie in Italië is niet af als ik niet een keertje een Gratta e Vinci heb gekocht. Dat is gewoon een ordinair kraslot maar in het Italiaans klinkt het zo poëtisch. En ieder jaar koop ik ook nog het Oudejaarslot en het Koningsdaglot van de Staatsloterij.
Even een snel optelsommetje: dat is 3x een Italiaans kraslotje is € 3, de Postcodeloterij is 14 x 14,50 = € 203 en het Oudejaarslot en Koningsdaglot zijn samen goed voor € 47,50. Dus ik moet al €253,50 euro winnen om uit de kosten te zijn. Maar de kans om überhaupt een paar eurootjes te winnen is al klein, laat staan dat je hoofdprijs op je rekening gestort krijgt.
Bij de Staatsloterij is die kans 1 op 40.000.000. Maar zelfs als je het eindcijfer 3 kiest, waar vorig jaar het vaakst een prijs op viel, is de kans dat je door de bliksem wordt geraakt vele malen groter. Een ‘kleinere’ prijs van een miljoen euro geeft je meer kans: 1 op 2.500.000. Maar je raadt sneller de pincode van een vreemde, want die kans is 1 op 3333.
Nu ik er zo over nadenk krabbel ik toch even achter mijn oren. Mijn gemiddelde winst van het afgelopen jaar was maar 15 euro en daar kan ik dus niet eens een nieuw Koningsdaglot voor kopen. Maar een klein gokje wagen kan geen kwaad toch? Want in gedachten heb ik die enorme hoofdprijs al tien keer uitgegeven aan een riante villa in de duinen van Bloemendaal of een wereldreis van drie jaar. En de spanning of ik met mijn lot op Koningsdag iets gewonnen heb hoort er wat mij betreft net zo bij als de vrijmarkt en de oranje tompoezen.
Bron: kansspel.nu, ad.nl, gelderlander.nl, hartvannederland.nl