Vrouwen die op hun kleinkinderen passen, leven langer

Wat zeggen de wetenschappers?

Artikel beeld

Pas jij graag op je kleinkinderen? Dol op die toetjes schoonvegen, naar de speeltuin gaan en samen koekjes bakken? Daar help je niet alleen je zoon of dochter mee, maar ook jezelf. Want oppassen op die kleintjes, daar zou je zomaar eens langer van kunnen leven. Het is zelfs wetenschappelijk bewezen.

Dus zeg maar snel weer ja tegen een oppasmoment… Het houdt je letterlijk fit, scherp en jong van geest.

Wat zeggen de wetenschappers?

Een studie gepubliceerd in het gerenommeerde tijdschrift Evolution and Human Behavior volgde meer dan 500 ouderen tussen de 70 en 103 jaar, over een periode van maar liefst 20 jaar. Wat bleek? Grootouders die af en toe voor hun kleinkinderen zorgen, hadden een 37% lagere sterftekans dan leeftijdsgenoten die geen oppastaken op zich nemen. En nee, dat is geen toeval.

Waarom is het zo gezond?

Er zijn meerdere redenen waarom oppassen op die bengeltjes goed voor je is:

Meer beweging: kleine kinderen stil laten zitten is onmogelijk – en dat is maar goed ook. Je wandelt, tilt, helpt met aankleden of bouwt een hut. Het zijn misschien geen sportschoolworkouts, maar het telt allemaal mee.

Sociaal contact: oppassen betekent ook kletsen, lachen, vragen beantwoorden, troosten en opletten. Je hoofd blijft erbij en je voelt je betrokken bij het gezinsleven.

Zingeving: je voelt je nodig. Je draagt iets bij aan de volgende generatie, ziet ze groeien, helpt ze leren. Dat geeft het leven extra betekenis – en zingeving is een bewezen geluksfactor.

Mentale gezondheid: mensen die zich goed voelen, zorgen vaak ook beter voor zichzelf. Je eet gezonder, beweegt meer, en je hebt meer reden om je bed uit te komen. Kortom: je blijft in beweging, letterlijk en figuurlijk.

Ook goed nieuws voor wie geen kleinkinderen heeft

En als je (nog) geen kleinkinderen hebt? Geen zorgen. De onderzoekers ontdekten dat deze positieve effecten ook gelden voor ouderen die andere mensen helpen – denk aan buren, vrienden of vrijwilligerswerk. Het gaat dus niet specifiek om de bloedband, maar om de verbinding met anderen.

Het draait om het gevoel dat je ertoe doet. Iemand helpen met boodschappen, een luisterend oor bieden, of even op een buurkind passen – het telt allemaal mee. Als je actief betrokken blijft bij anderen, houd je jezelf mentaal én fysiek gezond.

Maar let op: teveel is ook niet goed

Toch is er een kanttekening. Onderzoekers waarschuwen dat te veel zorgen voor anderen ook zijn tol kan eisen. Als je vier of vijf dagen per week oppast of zorgtaken op je neemt, kun je oververmoeid raken. De grens tussen zingeving en overbelasting is dun. Dus: zeg ook weer niet te vaak ja, hè.

De gulden middenweg? Wat is nou het beste voor je lijf? Twee dagen per week is ideaal. Dan ervaar je de voordelen, zonder jezelf voorbij te lopen.

En ach, wat gaat er boven die blije koppies die jou oma noemen? Die dol zijn op opa en hem om zijn nek vliegen als ze hem zien? Niets, toch? De liefde voor je kleinkinderen is intens groot. Ze zijn die kleine versies van jouw kinderen, je beleeft het onschuldige van een jeugd weer opnieuw. Oppassen op je kleinkinderen is dus niet alleen waardevol voor hen – het is ook een investering in je eigen gezondheid en geluk. Zolang je goed je grenzen bewaakt en zorgt voor balans, kan het je leven niet alleen rijker maken, maar mogelijk ook verlengen.

Dus ja, zeg vooral “ja” tegen dat logeerpartijtje of dat middagje oppassen. Niet omdat het moet, maar omdat het misschien wel een van de beste dingen is die je voor jezelf kunt doen. De hele familie happy.

Door: Tessa Heinhuis

newsletter image
newsletter close button newsletter image
Word jij ook gezellig
Franska vriendin?
Zo maak je kans op
prijzen en uitjes!