Vrijmibo zonder kerels

De ‘lange jas’ was volgens mijn vriendin een verschrikkelijke, arrogante bal die vooral zijn pik achternaliep.

 

 

 

Mijn vriendin en ik hadden afgesproken bij iets wat tussen een kroeg en grand café zit. Op vrijdagmiddag, om bij te kletsen en een borrel te drinken. Het is een heerlijke plek waar zowel boeren als bobo’s komen en dat is juist leuk. En een keer bijpraten zonder partner is ook fijn.

 

We zaten mooi aan een Aperol-Spritz toen mijn vriendin vanuit haar ooghoeken haar man zag binnenkomen. Met in zijn kielzog een aantal collega’s. Hij zag haar en kwam gelijk naar ons toe. Ze keken elkaar aan en zeiden tegelijk verbaasd: ‘Jij hier?’ Even ter verduidelijking: die twee hebben een superfijne relatie, maar dikwijls weet de één niet van de ander waar hij of zij uithangt. Die zijn daar gewoon heel relaxed in. ‘Als hij honger heeft, komt ie vanzelf thuis. Is dat na het eten, dan wordt het magnetron. Als het op is dan smeert hij maar een boterham. En als er écht wat aan de hand is, dan hoor ik het gauw genoeg. Klaar.’ Da’s mijn vriendin. En zo staat haar ‘alles’ er ook in. Hun geheim achter een al twintigjarig best huwelijk.

 

Rode wijn morsen

‘Komt die gladjanus met z’n lange jas ook?’, vroeg mijn vriendin aan haar man. Dat was zo. Voor haar was het duidelijk: we zouden gaan. Of haar man zou zijn collega’s voorstellen naar een andere kroeg te verkassen. Hij vond dat hij dat niet kon maken. Maar, hij beloofde de betreffende gladjakker mee te geven dat hij ons met rust moest laten. ‘En anders mors je toch per ongeluk weer wat rode wijn over z’n mooie overhemd’, grinnikte hij. Blijkbaar was dat in het verleden een keer gebeurd.    

 

Afrekenen

Maar voor mijn vriendin was de lol in deze gelegenheid er wel van af. Ze keek me aan en zei het later uit te leggen. Ik snapte er niet veel van, want de club mannen stond best een eindje verderop aan een praattafel. Die hadden ons nauwelijks in het vizier, laat staan dat ze ons zouden horen praten. Maar goed, we rekenden af en liepen richting een andere, ook gezellige tent.

 

Bakvolk

De ‘lange jas’ was volgens mijn vriendin een verschrikkelijke, arrogante kwast die vooral zijn pik achterna liep. En die al dikwijls een poging had gewaagd het met haar aan te leggen. Ook al wist hij dat ze een dondersgoede relatie had en hij zelf ook best een mooi plaatje vormde met zijn vrouw. Hij, die altijd wél netjes appte met het thuisfront wanneer het wat later zou worden. Vanwege overwerk, want poeh, wat een drukte. Maar die – op dat moment, in werkelijkheid – al tien potentiële prooien zag door zijn kraalogen. In de kroeg, terwijl vrouwlief zorgzaam een magnetronbakje schikte. En alvast een mooi flesje rood liet ademen zodat de afdronk fijn was wanneer hij moe en afgemat thuiskwam. Met dat bakvolk moet je bij mijn vriendin niet aankomen.

 

Tot nooit weerziens

Nicht ärgern, maar ook nicht mer wundern, voor haar. Nog geen minuut wilde ze hem vanuit haar ooghoeken zien loeren. Want ze wilde gewoon een fijne middag. Kortom: gegroet en tot nooit weerziens. Gezellig werd het.

 

Door: Jolanda Groothuis

Jolanda Groothuis is als tekstschrijver in een mannenwereld wel goed gelukt. Of ze de lezers van Franska weet te boeien zal vanzelf blijken. Deze (meestal) nuchtere Twentse woont op het platteland. De sociale controle waardeert ze, tot op zekere hoogte. Maar ze is wars van roddel en achterklap.

Afbeelding van Jolanda Groothuis