Plan B
Margreet: Hele volksstammen gaan de komende weken weer samen op reis. En vaak gaat dat goed. Maar ga je met vrienden op vakantie, dan is het wel handig vooraf even deze vragen op tafel te leggen.
De eerste keer dat ik met mijn partner (drie weken) op vakantie ging, zorgde ik dat ik genoeg geld bij me had om in mijn eentje de terugreis te maken. We waren een jaar samen, sliepen in een tent waarvan de afmeting bij alle campingbezoekers opmerkingen losmaakten in de trant van ‘zo die moeten wel heel veel elkaar houden’, en we hadden drie geweldige weken. Nooit ging ik met een ander zó lang op reis. Ik durf het niet aan.
Een paar dagen of een weekje gaat wel, maar zou ik langer met vrienden op vakantie gaan, dan zou ik ze dus wel deze vragen stellen:
1. Zeg euh, welk dag-/nachtritme hebben jullie eigenlijk?
Daar zit je in Zuid-Frankrijk op de camping, samen met je vriendin en haar gezin. Jouw idee van vakantie is: lekker lang uitslapen en tot diep in de nacht een boom opzetten met een goed glas wijn. Blijkt jouw vriendin en d’r gezin van het type ‘de ochtendstond heeft goud in de mond en met de kippen op stok’ te zijn. Best handig om dat vooraf te weten…
(al omdenkend kan dat natuurlijk ook extra veel quality-time met je eigen gezin betekenen!)
Grootste ergernis: het ontspoorde gedrag van andermans kinderen (en het niet-ingrijpen van de ouders!)
2. Wat voor afspraken maken we over de opvoeding (van elkaars kinderen)?
Waarschijnlijk ergernis nummer één van ouders die met andere ouders én de kinderen op reis gaan: het ontspoorde gedrag van andermans kinderen. Of eigenlijk vooral het niet-ingrijpen van de ouders daarbij. Ga er niet vanuit dat er geen ergernis ontstaat en bespreek voordat je op reis gaat de belangrijkste regels die voor de kinderen zullen gelden – en vergeet ze niet ook met de kinderen te bespreken. Maar ook, of, hoe en wanneer je mag ingrijpen als andermans kind je ergert.
3. Mag ik je vakantiefoto’s eens zien?
Je kunt wel denken elkaar goed te kennen, maar op vakantie kunnen mensen toch ineens een tikkeltje anders zijn. Best wel handig om te weten dat je vrienden op vakantie notoire naaktlopers zijn, terwijl jij meer van het preutse bent (of andersom). Of dat zij een grote voorliefde voor architectuur hebben, terwijl jij meer een strandtype bent. Natuurlijk kun je vragen wat voor hen ‘vakantie’ betekent, maar het kan geen kwaad ook even een kijkje te nemen in het laatste ‘vakantie-album’ (dat kan natuurlijk ook Facebook zijn, hè!).
4. Welke voedselintoleranties heb jij?
De een eet geen gluten, de ander drinkt geen melk. De een is veganist en de ander eet geen groenten. Als het de bedoeling is ook samen te eten en boodschappen te doen, dan kan het een heleboel frustraties schelen als je vooraf weet welke producten een no-go zijn en wat de alternatieven dan zijn. Wordt het al te ingewikkeld, dan kun je vooraf bepalen dat de maaltijden apart worden genuttigd of op z’n minst voor een deel.
5. Heb je dit vaker gedaan? En met wie dan?
Om referenties vragen, gaat misschien een beetje te ver. Maar het kan geen kwaad om te informeren of je vrienden al vaker met anderen op vakantie gingen. En hoe dat beviel.
Houd het luchtig, dan komen de sappigste anekdotes naar voren – die je net zo veel leren over jouw vrienden als over de vrienden met wie ze op reis waren.
6. Wat is ons Plan B?
Het is geen vraag om bij stil te staan samen met de mensen me wie je op vakantie gaat. Maar wel handig om ’m aan jezelf en je man/kind/gezin te stellen: ‘Wat als het echt helemaal niet leuk is? Wat doe ik, doen wij dan?’ Het antwoord op die vraag kan zijn: ‘Dan nemen we op tijd afscheid als goede vrienden en zien we elkaar weer thuis.’ ‘Wat er ook gebeurt, we onthouden dat dit over twee jaar een leuke anekdote is.’ Heb een Plan B, of dat nou gaan, blijven of iets tussenbeide is.