Verraad je haar… of niet?
Soms heb ik gewoon helemaal geen zin om met de auto de stad in te gaan.
Dat gedoe met parkeren. De krantenwijk die je vervolgens zo’n beetje nodig hebt om je parkeerkosten te betalen! En nog maar te zwijgen over al die trambanen die je kruist met je auto. Brrr… ik denk altijd: wat als er nú een tram aankomt en ik niet opzij kan?
Rijden in de binnenstad van Amsterdam of Den Haag kost me voor mijn gevoel altijd een paar jaar van mijn leven. Daarom ga ik af en toe lekker met de trein of de bus. Zelfs als dat echt veel langer duurt dan met de auto.
Onlangs had ik weer een stadsbezoekje met de bus en wat me toen overkwam…
Ik ben op weg naar huis. Het is al donker en ook regenachtig en koud. Vlak voordat de bus de stad uitrijdt, stappen er veel mensen in. Een van de vrouwen die instapt, doet dat aan de zijkant van de bus. Ze stapt in, wandelt naar een stoel en gaat direct zitten.
Hee, die checkt niet in… denk ik nog. Nouja, prima, het zal wel. Halverwege de busrit, komen er bij een van de uitstaphaltes 2 controleurs binnen. Ik kijk verbaasd op, dit heb ik werkelijk nog nooit meegemaakt.
De controleur checkt onze instapbewijzen, ook van de vrouw die niet heeft ingecheckt
Ze is boos en zegt dat ze zeker weten wél heeft ingecheckt. Een vrouw aan de andere kant van het gangpad, misschien een kennis of een vriendin, betoogt dat ze de kaart wellicht te kort langs de checker heeft gehaald.
‘Dat kan niet mevrouw’, zegt de controleur kalm. De sfeer wordt steeds grimmiger. Ook de tweede controleur begint zich ermee te bemoeien. Van een afstandje zit ik te kijken en ik wéét dat de vrouw uit haar nek kletst. Niks vluchtig ingecheckt, ze liep linearecta naar haar plaats.
Een ongemakkelijk gevoel bekruipt me
Moet ik er nou wat van zeggen of niet? Waarschijnlijk ben ik de enige die iets heeft gezien. Aan de ene kant voel ik een boosheid van ‘je mag niet liegen en moet gewoon betalen, dat moeten we allemaal!’. Maar aan de andere kant voel ik compassie met deze vrouw, omdat je nooit de reden weet waarom iemand niet betaalt. Misschien spaart ze zo geld uit om haar kind te voeden. Wie ben ik dan om haar te verraden? Zo’n Judas ben ik toch niet?
En, daarnaast, een gevoel dat me verbaasd, ik ben een beetje bang. Wat gaat die woeste mevrouw doen als ik haar verlink? Mijn rechtvaardigheidsgevoel, mijn zachte hart en angst worden het niet eens. Gelukkig wordt de keuze voor mij gemaakt. De vrouw moet betalen, anders kan ze naar huis lopen. Ik hoef dus niks te doen.
Eenmaal thuis denk ik nog eens na over dit voorval. Zo zwart-wit was het niet. Wat zou jij doen?